veroorzaken. Kortsluiting tussen de accucontacten
kan brandwonden of brand tot gevolg hebben.
d) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu
lekken. Voorkom contact hiermee. Bij onvoorzien
contact met water afspoelen. Wanneer de vloei-
stof in de ogen komt, dient u bovendien een arts
te raadplegen. Gelekte accuvloeistof kan tot huidir-
ritaties en verbrandingen leiden.
5.1.6 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
nl
5.2.1 Gebruik en onderhoud van
accugereedschappen
a) Controleer of het gereedschap uitgeschakeld is
voordat u de accu in het gereedschap plaatst. Het
inzetten van een accu in elektrisch gereedschap dat
ingeschakeld is, kan tot ongevallen leiden.
b) Stel de accu-packs niet bloot aan hoge tempera-
turen of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accupacks mogen niet uit elkaar genomen,
ineengedrukt, tot boven de 80 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
d) Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedron-
gen vocht kan kortsluiting veroorzaken en brandwon-
den of brand tot gevolg hebben.
e) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goed-
gekeurde accu-packs. Bij het gebruik van andere
accu-packs of het gebruik van accu-packs voor an-
dere doeleinden is er kans op brand en bestaat
explosiegevaar.
f)
Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-Ion accu-packs
in acht.
g) Voorkom kortsluiting bij het accu-pack.Controleer
alvorens het accu-pack in het apparaat te plaatsen of
de contacten van het accu-pack en in het apparaat
vrij zijn van vreemd materiaal. Worden contacten van
een accu-pack kortgesloten, dan bestaat het risico
van vuur, verbranding door bijtend zuur en explosie.
h) Beschadigde
scheuren,
gebroken
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer gebruikt worden.
i)
Wanneer verdekt liggende elektrische leidingen
of het netsnoer door het gereedschap kunnen
worden beschadigd, houd het apparaat dan
aan de geïsoleerde greepgedeelten vast. Bij
80
All manuals and user guides at all-guides.com
accu-packs
(bijvoorbeeld
onderdelen,
verbogen,
contact met stroomvoerende leidingen worden
onbeschermde metalen delen van het apparaat
onder spanning gezet en loopt de gebruiker het
risico van een elektrische schok.
j)
Als het accupack te heet is om aan te raken, kan het
defect zijn. Zet het apparaat op een niet-brandbare
plaats met voldoende afstand tot brandbaar ma-
teriaal, waar het geobserveerd kan worden en
laat het afkoelen. Neem contact op met de Hilti-
service als het accupack afgekoeld is.
5.2.2 Gebruik en onderhoud
a) Het apparaat mag alleen in optimale toestand en
volgens de voorschriften worden gebruikt.
b) Gebruik alleen cassettes die voor het apparaat
zijn goedgekeurd.
c) Gebruik
tes/foliepatronen.
d) Het apparaat, de houder voor de bevestiging van
de patroonhouder, de drukstangen met drukstuk-
ken en de cassettes moeten vrij van verontreini-
gingen zijn.
e) Haal het accu-pack ingeval van opslag en trans-
port uit het apparaat.
5.2.3 Werkruimte
a) Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte.
b) Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat
het apparaat geen speelgoed is.
c) Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te wor-
den door personen (inclusief kinderen) met be-
perkte lichamelijke gesteldheid, beperkte senso-
riek of beperkte geestelijke vermogens of per-
sonen (inclusief kinderen) zonder ervaring en/of
kennis, behalve als ze onder toezicht staan van
een voor de veiligheid verantwoordelijk persoon
of van deze persoon aanwijzingen krijgen hoe het
apparaat te gebruiken.
5.2.4 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
a) Tijdens het gebruik van het apparaat een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting dragen: Een dicht afslui-
met
tende veiligheidsbril/gezichtsbescherming, werk-
handschoenen en beschermende kleding. Het dra-
gen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting ver-
mindert het risico op letsel.
b) Personen die zich in de nabijheid bevinden, moe-
ten tijdens het gebruik van het apparaat een per-
soonlijke veiligheidsuitrusting dragen.
geen
beschadigde
casset-