7. BEDIENING VAN DE COMPUTER
WERKING
1.
BASISFUNCTIE
In de standby interface kan de gebruiker direct gaan fietsen om zo met de training te
starten. Ook kan eerst de waarde van de betreffende functie worden ingesteld waarna met
de training wordt gestart. Tijdens het trainen gaan alle functiewaarden lopen.
Functiewaarde-instellingsmethode: druk in de standby-interface op de "ENTER"-toets
om de functiewaarde-instellingsinterface binnen te gaan. Tijdens het instellen zal de
desbetreffende functie op het beeldscherm knipperen. Druk op de "UP"- en "DOWN"-toetsen
om de streefwaarde voor betreffende functie in te stellen en druk dan ter bevestiging op
de "ENTER"-toets en voer daarna de volgende functiedoelstellingswaarde in. Instellingen
worden gedaan in de volgorde Tijd→ Afstand → Dobbelsteen → Puls en Cyclus. Opgelet:
Nadat u op de "ENTER"-toets hebt gedrukt, zal de ingevoerde hartfrequentie niet voortdurend
worden getoond.
Als er geen functiewaarde is ingesteld, loopt iedere functiewaarde (behalve de
hartslagfrequentie) tijdens de training door tot zijn maximale waarde. Als er een streefwaarde
is gezet (behalve de hartslagfrequentie) ten tijde van de training wordt er teruggeteld van de
ingestelde waarde naar 0 en lopen de niet ingestelde waarden (behalve de hartslagfrequentie)
op tot hun maximale waardes. Als de functiewaarde naar 0 is teruggeteld, klinkt de zoemer
4 maal en knippert de betreffende functie waarna de waarde op begint te lopen van 0
naar het ingestelde getal. Andere functiewaardes die nog niet tot 0 zijn teruggeteld blijven
doorlopen. Tijdens de training, als de hartfrequentie van dat moment hoger is dan die
welke is ingesteld, beginnen de waarden op het hartslagwaardebeeldscherm te knipperen.
2.
HERSTEL (Betreft uitsluitend apparatuur met handgreep hartfrequentiesensoren
en compatibelle apparaten voor hartfrequentie-borstbanden)
(1) Houd de greep stevig vast. Nadat de PULS-waarde op het beeldscherm verschijnt, druk
dan op de "RECOVERY"-toets om de hartfrequentie HERSTEL-evaluatiefuntie in te voeren.
Bij handpulssensoren moet u de greep met een hand minstens 1 minuut stevig blijven
vasthouden. De greep moet met de hand 1 minuut lang stevig worden vastgehouden, waarna
de hartfrequentie op het betreffende PULS-beeldscherm getoond wordt. De elektronische
meter toont het herstelniveau aan de hand van de verzamelde hartfrequentiegegevens
gedurende deze periode.
56