Brandstof niet bewaren, morsen of ge-
–
bruiken in de buurt van open vuur of
toestellen zoals ovens, verwarmingske-
tels, waterverwarmers, enz. die een
ontstekingsvlam hebben of vonken kun-
nen vormen.
Licht ontvlambare voorwerpen en mate-
–
rialen uit de buurt van de geluiddemper
houden (min. 2 m).
Motor niet zonder geluiddemper gebrui-
–
ken en deze regelmatig controleren, rei-
nigen en indien nodig vernieuwen.
Motor niet op bos-, struik- en grasrijk
–
terrein gebruiken zonder dat de uitlaat
uitgerust is met een vonkenvanger.
Behalve bij instelwerkzaamheden de
–
motor niet laten draaien met een weg-
genomen luchtfilter of zonder afdekking
boven de luchttoevoer.
Geen verstellingen uitvoeren aan regel-
–
veren, regelstangen of andere onderde-
len die een verhoging van het
motortoerental kunnen teweegbrengen.
Verbrandingsgevaar! Hete geluiddempers,
–
cilinders of koelribben niet aanraken.
Handen en voeten nooit in de buurt van
–
bewegende of circulerende onderdelen
brengen.
Vergiftiginsgevaar! Apparaat mag niet
–
in gesloten ruimten gebruikt worden.
Geen ongeschikte brandstoffen gebrui-
–
ken aangezien die gevaarlijk kunnen zijn.
Veiligheidsinrichtingen
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.
Overstroomklep
Indien het handspuitpistool gesloten is,
–
gaat de overstroomklep open en leidt
de hogedrukpomp het water naar de
pompzuigzijde terug. Daardoor wordt
de overschrijding van de toegelaten
werkdruk verhinderd.
De overstroomklep is in de fabriek inge-
–
steld en verzegeld. Instelling uitsluitend
door de klantendienst.
All manuals and user guides at all-guides.com
NL
Inbedrijfstelling
Gevaar
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
Oliepeil van de hogedrukpomp con-
troleren
Oliepeil van de hogedrukpomp aan het
oliekijkglas controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-
peil gedaald is onder „MIN".
Indien nodig olie navullen (zie Techni-
sche gegevens).
Motor
Hoofdstuk „Veiligheidsinstructies" in
acht nemen!
Bij HD 1050 DE:
Accu aansluiten.
Voor de inbedrijfstelling de gebruiks-
aanwijzingg van de motorfabrikant le-
zen en in het bijzonder de
veiligheidsinstructies in acht nemen.
Bij HD 1050 B:
Brandstofreservoir met loodvrije benzi-
ne vullen.
Geen tweetaktmengsel gebruiken.
Bij HD 1050 DE:
brandstoftank vullen met dieselbrand-
stof.
Oliepeil van de motor controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-
peil gedaald is onder „MIN".
Indien nodig olie navullen.
– 3
43