1 Beschrijving en beoogd doel
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gebruik door de behandelaar en de gebruiker,
tenzij anders aangegeven.
De term hulpmiddel in deze gebruiksaanwijzing verwijst naar een 4-assige knie voor kinderen.
Lees deze gebruiksaanwijzing door en waarborg dat u alles begrijpt; in het bijzonder de
veiligheidsinformatie en de instructies voor onderhoud.
Toepassing
Dit hulpmiddel mag uitsluitend worden gebruikt als onderdeel van een prothese van een
onderste ledemaat.
Dit hulpmiddel is bedoeld voor gebruik bij één persoon.
Het is een polycentrische knie met laag profiel voor kinderen met een 4-assig mechanisme voor
geometrische stabiliteit tijdens het staan, met een afstelbare strekondersteuning voor regeling
tijdens de zwenkfase, en geschikt voor gebruikers met transfemorale en kniedisarticulatie.
De geometrie van het hulpmiddel zorgt voor meer ruimte voor de tenen tijdens de zwaaifase.
De constructiehoogte is laag, waardoor bij het zitten de knieprothese niet ver uitsteekt dan de
contralaterale ledemaat. Door deze combinatie van eigenschappen wordt voor gebruikers met
langere restledematen de asymmetrie verminderd.
Kenmerken
• Afstelbare veerstrekondersteuning
• Stabiele geometrie bij het neerkomen van de hiel
• Lichtgewicht en robuuste knie
• Een keuze uit verschillende proximale adapters
Activiteitenniveau
Dit hulpmiddel wordt aanbevolen voor gebruikers met activiteitenniveaus 1 t/m 4. (Er zijn
gewichtsbeperkingen van toepassing, zie Technische gegevens.)
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. In onze aanbeveling willen we rekening houden met unieke,
individuele omstandigheden en daarom hoort elke beslissing op dit vlak te worden genomen
op basis van een duidelijke en grondige onderbouwing.
Activiteitenniveau 1
Heeft het vermogen of de potentie om een prothese te gebruiken voor verplaatsingen of lopen
over een vlakke ondergrond met een vaste cadans. Typisch voor mensen die in huis korte en langere
afstanden kunnen overbruggen.
Activiteitenniveau 2
Heeft het vermogen of de potentie om te lopen over een ondergrond met lage obstakels, zoals
stoepranden, trappen of ongelijke ondergrond. Typisch voor mensen die in de omgeving korte
afstanden kunnen overbruggen.
Activiteitenniveau 3
Heeft het vermogen of de potentie om te lopen met variabele cadans. Typisch voor mensen die in de
omgeving langere afstanden kunnen overbruggen inclusief de meeste obstakels die in de omgeving
aanwezig zijn en die te maken hebben met beroepsmatige, therapeutische of inspanningsactiviteiten
waarbij er meer eisen aan het gebruik van de prothese worden gesteld dan bij gewoon lopen.
Activiteitenniveau 4
Heeft het vermogen of de potentie om meer activiteiten met een prothese te ondernemen dan alleen
lopen; dit betreft activiteiten met een hoog impact-, spannings- of energieniveau. Typisch voor eisen
die kinderen, actieve volwassenen of atleten aan een prothese stellen.
53
938017PK1/1-0521