Er is altijd slechts één laadschacht actief . De machine
(voorste laadschacht), wordt altijd eerst geladen.
Daarna pas wordt gecontroleerd of er een accu in de
achterste laadschacht is geplaatst. Is dit het geval dan
wordt de accu geladen.
Als een accu in de achterste laadschacht wordt
geplaatst terwijl een machine in de voorste laad-
schacht wordt geladen, knippert de led voor de achter-
ste laadschacht eenmaal groen (accu gedetecteerd) en
gaat weer uit tot de accu van de machine in de voorste
laadschacht geladen is.
Pas dan start het laadproces voor de accu in de achter-
ste laadschacht.
De lader bewaakt de toestand van de accu en duidt
deze aan door middel van twee ladingsindicatoren.
LED-lampjes:
• knippert groen: accu wordt geladen
• brandt groen = accu is volledig opgeladen
• knippert rood = akku of laadstation defect
Product door de fabrikant laten repareren.
2.6.2 Laadduur
Wanneer de maximale laadduur is bereikt, wordt het
laadproces afgebroken.
De laadduur bedraagt ca. 240 min.
3.
Voorbereiding en opstelling
Als de volgende voorschriften niet in acht worden
genomen, neemt Aesculap geen verantwoordelijkheid
in dit opzicht.
Bij de opstelling en het gebruik van dit product
moeten onderstaande voorschriften worden nage-
leefd:
– de nationale installatie- en gebruikersvoorschrif-
ten,
– de nationale voorschriften voor brand- en explo-
siepreventie.
– Gebruiksinstructies conform de IEC-/VDE-bepa-
lingen.
Brand- en explosiegevaar!
Gebruik dit product niet in een
explosiegevaarlijke ruimte.
GEVAAR
Slechte werking of beschadiging
van het product door onoordeel-
kundige opstelling!
Stel het product niet bloot aan
VOORZICHTIG
direct zonlicht of vocht.
Dek de ventilatiesleuf van het
product niet af.
Sluit de nominale spanning aan
tussen 100 V en 240 V en een
netfrequentiebereik van 50 Hz
tot 60 Hz.
Zorg ervoor dat het stopcontact
van het voedingsnet waarop het
product
goed toegankelijk is.
4.
Gebruik van de DURATI accu-
tondeuze, acculader XT433/
li-ion accu XT431
4.1 Opstellen
4.1.1 Toebehoren aansluiten
Combinaties van accessoires die niet in deze gebruiks-
aanwijzing worden vermeld, mogen uitsluitend worden
gebruikt als ze uitdrukkelijk voor de beoogde toepas-
sing bestemd zijn. De vermogenskenmerken en veilig-
heidseisen mogen daarbij niet nadelig worden beïn-
vloed.
wordt
aangesloten,
75