Zagen
Positioneer de zaag zo dat deze horizontaal
en stabiel is en niet kantelt.
Bevestig indien nodig de poten van de zaag
aan de grond met behulp van geschikte
schroeven of bouten.
Plaats het te bewerken item in het
draagframe (13) zodat het te zagen gedeelte
op één lijn staat met het blad.
Gebruik indien nodig de lengteaanslag (7)
om alle boomstammen op dezelfde lengte
te zagen.
Draai de vleugelschroef los en trek de
lengteaanslag eruit tot de geschikte lengte
is bereikt voor de stukken hout die u wilt
zagen. Draai de lengteaanslag zodanig
zodat het gehoekte deel als stop voor de
boomstam fungeert. Draai de vleugelmoer
weer vast.
132
Let op! De zaag vereist een aansluiting op
een stekker met een zekering van 16 ampère.
Als er een verlengkabel wordt gebruikt, moet
de kabel een doorsnede van 2,5 mm
en vóór gebruik volledig zijn uitgerold.
Controleer of het snoer niet bekneld zit of in
aanraking komt met de zaag als ermee wordt
gewerkt.
Steek de stekker in het stopcontact.
Open de afdekking (11) en plaats de
boomstam in het draagframe.
Zet de motor aan met de aan/uit-knop (2) en
wacht tot het blad op volle snelheid draait.
Pak de linkerhandgreep (12) van het
draagframe vast en duw het draagframe
naar het blad toe in een vloeiende glijdende
beweging.
Als het item in de buurt van het blad komt,
wordt de bladgeleider naar de zijkant
gedrukt en het blad zaagt door het hout.
Trek het draagframe terug nadat het zagen is
afgerond. De bladgeleider sluit automatisch
en u kunt het item in het draagframe naar
voren brengen ter voorbereiding op het
volgende zaagwerk.
Als het hout niet volledig is doorgezaagd,
moet u het 180 graden draaien en er
nogmaals doorheen zagen.
Zet de zaag uit met de rode aan/uit-knop als
het zagen is afgerond.
hebben
²