Configuratiemenu
5.3
Adapteerbeweging
Na het plaatsen van de batterijen beweegt de motor eerst terug om de
montage te vereenvoudigen. Ondertussen verschijnen '
tiviteitsymbool ( ) op het display (zie afbeelding 10).
Werd de adapteerbeweging al voor de montage uitgevoerd of wordt
een foutmelding (F1, F2, F3) gegeven, dan dient u op de systeem-
toets (D) te drukken. De motor neemt dan opnieuw de positie '
De adapteerbeweging kan dan opnieuw worden gestart.
Zodra de radiatorthermostaat succesvol gemonteerd is, moet in de vol-
gende stap voor de aanpassing aan de kraan een adapteerbeweging (
uitgevoerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
•
Als op het display '
de adapteerbeweging te starten (zie afbeelding 11).
0
6
12
18
Mo Tu We Th Fr Sa Su
AUTO
De radiatorthermostaat voert de adapteerbeweging uit. Hierbij verschij-
BOOST
MANU
nen '
' en het activiteitsymbool ( ) op het display. Ondertussen is geen
bediening mogelijk. Na de succesvolle adapteerbeweging verschijnt de
Offset
normale weergave op het display. De radiatorthermostaat kan nu worden
Prg
bediend.
6
Configuratiemenu
Als u het apparaat zonder accesspoint gebruikt, kunt u na de inbedrijf-
stelling direct via het configuratiemenu de volgende modi selecteren en
instellingen uitvoeren om het apparaat aan te passen aan uw persoonlijke
behoeften:
•
Door de Menu-toets (D) lang ingedrukt te houden, opent u het
configuratiemenu.
Selecteer met behulp van de plus- en min-toetsen (C + E) en
•
door kort indrukken van de Menu-toets het gewenste symbool
om de instellingen voor de verschillende menupunten uit te voe-
ren.
176
0
6
Mo Tu We Th Fr Sa Su
AUTO
BOOST
MANU
' staat, drukt u op de systeemtoets (D) om
Offset
24
Prg
12
18
24
6
0
12
18
Mo Tu We Th Fr Sa Su
AUTO
BOOST
MANU
' en het ac-
Offset
0
6
Prg
Mo Tu We Th Fr Sa Su
AUTO
BOOST
MANU
Offset
Prg
24
12
18
24
' in.
0
6
12
18
Mo Tu We Th Fr Sa Su
AUTO
BOOST
MANU
)
Offset
Prg