HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN
Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen om uw kachel
te gebruiken. Voor de precieze handelingen verwijzen wij u naar de
HANDLEIDING.
1
Verwijder al het verpakkingsmateriaal (zie hoofdstuk A).
2
Vul de brandstoftank
ontsteken (zie hoofdstuk B, fig. G).
3
De batterijen in de batterijhouder plaatsen µ (zie hoofdstuk A,
fig. E).
4
Controleer of de verbrandingskamer ¿ loodrecht staat (zie
hoofdstuk C, fig. K).
5
Ontsteek de kachel door de draaiknop · naar rechts te
draaien tot deze niet verder kan en vervolgens de ontstekings-
toets » rustig omlaag te drukken (zie hoofdstuk C, fig. I en J).
6
Laat de kachel 30 minuten opwarmen voor u de vlam instelt
(zie hoofdstuk D).
7
De kachel uitschakelen (zie hoofdstuk E).
• Als brandbeveiliging moet de tank gevuld worden wanneer de kachel
uitstaat óf op een andere plaats dan waar de kachel geïnstalleerd is.
• Zorg er voor dat de tank op de juiste wijze gesloten is na het vullen op een
veilige afstand van warmtebronnen en open vuur (zie hoofdstuk B).
• De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden even naar 'nieuw' ruiken.
• Bewaar uw brandstof in de originele verpakking en met de originele
sluiting op een koele en donkere plaats.
• Brandstof veroudert. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
• Gebruik alleen een hoge kwaliteits- en watervrije, zuivere paraffine
overeenkomstig de lokale wetgeving (TOYOTOMI brandstof).
• Indien u overgaat op een ander merk en/of soort brandstof, moet u de in
de kachel aanwezige brandstof eerst helemaal laten leegbranden.
na 30 minuten kunt u de kachel
1
31