VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIE
•
Plaats de Avbolt®-blindklinknagel in de opening.
•
Schuif de Avdelok®-kraag over de pen. (Het afgeschuinde einde van de kraag moet gericht zijn naar het neusstuk
en het gereedschap.) Duw het neusstuk op de pen totdat het aambeeld van het neusstuk tegen de kraag stopt. Het
gereedschap en het neusstuk moeten in een rechte hoek (90°) ten opzichte van het werk worden gehouden.
•
Druk de bedieningsschakelaar in om de installatiecyclus te starten.
•
Als de voorwaartse beweging van het neusstuk stopt en de achterkant van de pen afbreekt, dient de
bedieningsschakelaar vrijgegeven te worden. Het gereedschap genereert een terugslag en trekt het geïnstalleerde
blindklinknagelgereedschap terug. Aan het einde van de terugslag zullen de koppen het uitstekende deel van de
achterkant van de pen gedeeltelijk vrijgeven, zodat deze vervolgens bij de volgende installatie door de koppen kan
worden gevoerd en daarna wordt uitgevoerd via de achterkant van het gereedschap.
•
Zodra het geïnstalleerde blindklinknagelgereedschap werd uitgeworpen, is het gereedschap en het neusstuk gereed
voor de volgende installatie.
BELANGRIJK – Probeer niet de achterkant van de pen af te breken zonder de installatie van de kraag te installeren,
omdat dit zal veroorzaken dat het onveilig deel van de achterkant van de Avdelok®- of Avbolt®-pen op hoge snelheid
en met grote kracht vanuit het neusstuk zal worden uitgeworpen.
4.3 HET PLAATSEN VAN EEN NEOBOLT® BLINDKLINKNAGEL
Voor meer informatie over het blindklinknagelgereedschap, zie de datasheet van het neusstuk, zoals opgenomen in de tabel
in het deel 2.3. De onderstaande informatie is bedoeld als richtlijn.
•
Plaats de achterkant van de NeoBolt®-pen in de opening en duw deze volledig door de verbindingslagen.
•
Plaats de NeoBolt®-kraag over de achterkant van de pen (het gefl enste uiteinde van de kraag moet het meest dichtbij
het werkstuk zijn) en draai het, minimaal met een halve slag, naar rechts zodat de kraag op de schroefdraad van de
(aanslag)pen vastgrijpt.
•
Duw de spankop volledig over de achterkant van pen, totdat de spankop volledig de groeven van de NeoBolt®-pen
bedekt en de achterkant van de pen contact maakt met de stopper van de spankop. Het plaatsingsgereedschap moet
loodrecht (90°) ten opzichte van het werkstuk worden gehouden.
•
Druk de bedieningsschakelaar van het gereedschap in om de installatiecyclus te starten. De spankop zal de achterkant
van de NeoBolt®-pen vastgrijpen en het aambeeld tegen de kraag trekken.
•
Blijf de bedieningsschakelaar indrukken totdat de kraag volledig is vastgeklonken en de voorwaartse beweging van
het aambeeld tegen de kraagfl ens stopt. De zuiger van het plaatsingsgereedschap en de spankop zullen vervolgens
automatisch terugkeren om het aambeeld van de geïnstalleerde kraag terug te trekken, waardoor de achterkant van de
pen loskomt van de spankop.
•
De bedieningsschakelaar vrijgeven.
•
Zodra het geïnstalleerde blindklinknagelgereedschap door het aambeeld werd uitgeworpen, zijn het
plaatsingsgereedschap, het neusstuk en de pomp gereed voor de volgende installatie.
LET OP – De bedieningsschakelaar niet vrijgeven voordat de aantrekcyclus van het plaatsingsgereedschap voltooid
is en de pomp en het gereedschap automatisch naar de terugtrekcyclus zijn teruggekeerd. Het vrijgeven van de
bedieningsschakelaar vóór dit punt zal een onjuist geplaatste of gedeeltelijke geplaatste NeoBolt®-blindklinknagel
tot gevolg hebben.
5. ONDERHOUD AAN HET GEREEDSCHAP
BELANGRIJK – Lees de veiligheidsinstructies in Deel 1 van dit document. Het is de verantwoordelijkheid van de
werkgever dat de onderhoudsinstructies aan de juiste medewerkers worden gegeven. De gebruiker mag niet
betrokken zijn bij het onderhoud of de reparatie van het gereedschap, tenzij hij/zij daarvoor de juiste opleiding
heeft gekregen. Het gereedschap dient voordat het voor dagelijks gebruik in werking wordt gesteld, gecontroleerd
te worden op beschadigingen en defecten resp. storingen.
5.1 DAGELIJKS ONDERHOUD
•
Controleer het plaatsingsgereedschap, de slangen en snelkoppeling op olielekkage.
•
Versleten of beschadigde slangen en koppelingen moeten worden vervangen.
•
Controleer of de slag van het gereedschap voldoet aan de minimale specifi catie.
•
Controleer of de stiftvanger werd geplaatst.
•
Controleer of de eindkap op de juiste manier en goed vast werd bevestigd op de AV®25-behuizing
NEDERLANDS
145