20 095-03
PNOZ XV2P
Normas de seguridad
• El dispositivo debe ser instalado y puesto
en funcionamiento sólo por personas que
tengan experiencia con estas
instrucciones de uso y con las normativas
de seguridad del trabajo y prevención de
accidentes vigentes. Tenga en cuenta las
normativas VDE, como también las
normativas locales, especialmente en lo
concerniente a medidas de protección.
• Respetar las exigencias de la norma EN
60068-2-6 referente al transporte,
almacenaje y utilización del dispositivo
(v. datos técnicos).
• Por apertura de la carcasa o
modificaciones arbitrarias, caduca
cualquier tipo de garantía.
• Instale el dispositivo en un armario de
distribución; polvo y humedad pueden
conducir, de lo contrario, a una merma de
las funciones.
• Procúrese una conexión de protección
adecuada, en todos los contactos de
salida sometidos a cargas capacitivas e
inductivas.
Aplicación correcta
El dispositivo de seguridad cumple los
requisitos de las normas EN 60947-5-1, EN
60204-1 y VDE 0113-1 y puede utilizarse en
aplicaciones con
• pulsadores de parada de emergencia
• puertas protectoras
Descripción del dispositivo
El dispositivo de paro de emergencia está
alojado en una carcasa P-99. Hay un modelo
para el funcionamiento con tensión de
corriente contínua de 24 V.
Características:
• Salidas de relés, sin retardo:
2 cont. de seguridad (NA), de guía forzosa
• Salidas de relés, con retardo a la
desconex:
2 contactos de seguridad (NA), de guía
forzosa, con retardo a la desconexión re-
gulable o fijo (dependiendo del dispositivo)
• Indicadores de estado para tensión de ali-
mentación, estado de conexión de todos
los relés de salida y circuito de rearme
• Conexión para pulsador de parada de
emergencia, interruptor final de seguridad
o interruptor de puerta protectora y para
pulsador de rearme externo
• Conexión redundante de la salida
• Funcionamiento mono o bicanal
• Circuito de realimentación para
supervisión de contactores externos
El dispositivo cumple los siguientes
requisitos de seguridad:
• El dispositivo de seguridad permanece
también activo en los siguientes casos:
- Caída de la tensión
- Avería de una pieza
- Bobina defectuosa
- Rotura de conductor
- Contacto a tierra
Norme di sicurezza
• Il dispositivo deve essere installato e
messo in funzione solo da persone a
conoscenza delle presenti istruzioni per
l'uso e delle norme antinfortunistiche e di
sicurezza del lavoro vigenti. Si devono
inoltre rispettare le norme VDE, nonché le
norme locali, soprattutto per quanto
riguarda gli interventi di sicurezza.
• Per il trasporto, l'immagazzinamento ed il
funzionamento, rispettare le norme EN
60068-2-6 (vedere i dati tecnici).
• In caso di apertura della custodia o di
modifiche non autorizzate, non sarà
riconosciuta alcuna garanzia.
• Montare il dispositivo in un armadio
elettrico, perché la polvere e l'umidità
potrebbero comprometterne il
funzionamento.
• In caso di carichi capacitivi ed induttivi,
assicurare una adeguata protezione per
tutti i contatti di uscita.
Uso previsto
Il modulo di sicurezza risponde ai requisiti
secondo EN 60947-5-1, EN 60204-1 e
VDE 0113-1 e può essere utilizzato in
applicazioni con
• pulsanti di arresto d'emergenza
• ripari mobili
Descrizione del dispositivo
Il dispositivo di arresto di emergenza è
inserito in una custodia P-99. E' disponibile
una versione per il funzionamento con
tensione continua di 24 V.
Caratteristiche:
• Uscite relè istantanee:
2 contatti di sicurezza (NA), a conduzione
forzata
• Uscite relè con ritardo di sgancio:
2 contatti di sicurezza (NA), a conduzione
forzata, con ritardo di sgancio regolabile o
fisso (secondo il dispositivo)
• LED di stato per la tensione di
alimentazione, lo stato di commutazione di
tutti i relè di uscita e per il circuito di start
• Collegamento per pulsante di arresto di
emergenza, finecorsa ripari mobili e
pulsante di start esterno
• Collegamento di uscita ridondante
• Funzionamento monocanale o bicanale
• Circuito di retroazione per il controllo dei
relè esterni
Il dispositivo è conforme ai seguenti requisiti
di sicurezza:
• Il dispositivo mantiene le funzioni di
sicurezza anche nei seguenti casi:
- Interruzione della tensione
- Avaria di un componente
- Difetto di una bobina
- Interruzione di un conduttore
- Dispersione verso terra
- 9 -
Veiligheidsvoorschriften
• Het apparaat mag uitsluitend worden
geïnstalleerd en in bedrijf genomen door
personen die vertrouwd zijn met deze
gebruiksaanwijzing en met de geldende
voorschriften op het gebied van
arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie.
Neemt u de van toepassing zijnde
Europese richtlijnen en de plaatselijke
voorschriften in acht, in het bijzonder m.b.t.
veiligheidsmaatregelen.
• Neemt u bij transport, opslag en in bedrijf
de richtlijnen volgens EN 60068-2-6 in
acht (zie technische gegevens).
• Het openen van de behuizing of het
eigenmachtig veranderen van de
schakeling heeft verlies van de garantie tot
gevolg.
• Monteert u het apparaat in een schakel-
kast. Stof en vochtigheid kunnen anders
de werking nadelig beïnvloeden.
• Zorgt u bij capacitieve of inductieve
belasting van de uitgangscontacten voor
adequate contactbeschermings-
maatregelen.
Toegelaten applicaties
Het veiligheidsrelais voldoet aan de eisen
van EN 60947-5-1, EN 60204-1 en
VDE 0113-1 en mag worden gebruikt in
toepassingen met
• noodstopknoppen
• hekken
Apparaatbeschrijving
Het noodstoprelais is in een P-99-behuizing
ondergebracht. Er is een uitvoering voor 24 V
gelijkspanning beschikbaar.
Kenmerken:
• Relaisuitgangen, niet-vertraagd:
2 veiligheidscontacten (M), mechanisch
gedwongen
• Relaisuitgangen, afvalvertraagd:
2 veiligheidscontacten (M), mechanisch
gedwongen, met instelbare of vaste
afvalvertraging (afhankelijk van apparaat)
• Status-LED's voor voedingsspanning,
schakeltoestand van alle uitgangsrelais en
startcircuit
• Aansluiting voor noodstopknoppen, veilig-
heidseindschakelaars of hekschakelaars
en voor externe startknop
• Redundante uitgangsschakeling
• Een- of tweekanalig bedrijf
• Terugkoppelcircuit voor de bewaking van
externe magneetschakelaars
Het relais voldoet aan de volgende
veiligheidseisen:
• De veiligheidsschakeling blijft ook in de
volgende gevallen werken:
- uitvallen van de spanning
- uitvallen van een component
- defect in een spoel
- kabelbreuk
- aardsluiting