klemschroeven (VII) vast te draaien. Bevestig de kabel die de schakelaar met de behuizing van de verticuteermachine verbindt
aan de handgreepbeugel met behulp van een fl exibele klem (VIII).
Plaats de buitenste bekleding van de mand op het frame (IX). Til vervolgens het deksel aan de achterkant van de behuizing op
en houd het vast in de bovenste stand en schuif de staven van het frame in de gaten in de behuizing (X). Laat het deksel zakken
zodat het de opening in de mand (XI) bedekt.
Het op deze manier geassembleerde product is klaar voor gebruik.
Instellen van de werkdiepte (XII)
De werkdiepte wordt ingesteld met de hendel, die moet worden verplaatst en vervolgens in de gleuf moet worden gestoken. De
gleuven zijn gemerkt met nummers die de werkdiepte aangeven: 1 – 12 mm, 2 – 8 mm, 3 – 4 mm, 4 – transportpositie.
Het instellen van een te grote werkdiepte kan het gazon beschadigen en de walsen sneller doen verslijten, en de onderdelen
ervan beschadigen.
Waarschuwing! Als de werkdiepte tijdens het werk moet worden gewijzigd, schakel dan altijd eerst de verticuteermachine uit,
wacht tot de wals tot stilstand is gekomen, koppel de verticuteermachine los van de voedingskabel en ga dan pas verder met
het wijzigen van de werkdiepte. Het per ongeluk starten van de wals bij het veranderen van de werkdiepte kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Aansluiten van de verticuteermachine op de stroomvoorziening
De verticuteermachine is alleen voorzien van een korte voedingskabel met stekker, zodat de verticuteermachine via een externe
kabel moet worden aangesloten. Gebruik, gezien de aard van de werking van de machine, altijd kabels die geschikt zijn voor
gebruik buitenshuis. De voedingskabel moet een enkelvoudige stekker hebben die overeenkomt met de stekker van de voedings-
kabel naar de verticuteermachine. Het is verboden om de stekker of het stopcontact op enigerlei wijze te wijzigen om deze in
elkaar te laten passen. De elektrische parameters van de voedingskabel moeten overeenkomen met de elektrische parameters
van de apparatuur zoals vermeld op het typeplaatje. Houd er rekening mee dat de doorsnede van de voedingskabel afhankelijk is
van de lengte van de kabel. Neem de volgende richtlijnen in acht voor de doorsnede van de netsnoerdraden:
- 1,0 mm
- kabellengte niet groter dan 40 m.
2
- 1,5 mm
2
- kabellengte niet groter dan 60 m,
- 2,5 mm
- kabellengte niet groter dan 100 m.
2
Let op de voedingskabel bij de voorbereiding op het werk en tijdens het gebruik. Bescherm de voedingskabel tegen water, vocht,
oliën, warmtebronnen en scherpe voorwerpen. Leg de kabel zo dat hij niet binnen het bereik van de messen op de wals valt. Het
doorsnijden van de kabel kan leiden tot een elektrische schok, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Zorg ervoor dat u niet
verstrikt raakt in de kabel. Dit kan leiden tot een val en ernstige verwondingen.
Overbelast de voedingskabel niet, maak de kabel niet te strak. Trek niet aan de kabel tijdens het verplaatsen van het apparaat.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact door aan de behuizing van het stopcontact te trekken, trek nooit aan de kabel.
Het externe netsnoer in de buurt van het stopcontact waarop de stekker van de verticuteermachine zal worden aangesloten, moet
door het oog van de hanger worden gehaald en vervolgens door de haak (XIII) worden gehaald. Verbind dan pas de stroomkabel
van het apparaat met de externe kabel.
Zorg ervoor dat de kabel niet breekt of gespannen raakt. Ontkoppel indien nodig de kabel van de stekker, verleng de lus en sluit
deze opnieuw aan. Pas nadat de externe kabel correct is aangesloten op de voedingskabel kan de externe kabel worden aan-
gesloten op het stopcontact.
De verticuteermachine starten en stoppen
Plaats de verticuteermachine op een vlakke en vlakke plaats op het gazon. Stel de transportpositie van de werkdiepte in. Houd
de vergrendelknop van de schakelaar ingedrukt en trek vervolgens de schakelaarhendel naar de handgreep en houd hem in
deze stand. Als het apparaat start, laat u de druk op de vergrendeling van de schakelaar los en pakt u de handgreep met beide
handen vast.
Het werk stopt wanneer de schakelaarhendel wordt losgelaten. De wals kan nog een tijdje draaien.
Werking van de verticuteermachine
Afhankelijk van het type werk dat wordt uitgevoerd, moet een van de twee walsen worden geselecteerd en correct worden geïn-
stalleerd. De wals met de messen wordt gebruikt om de grond waarop het gazon groeit te snijden (de 'scarifi catie' of 'kerven'). De
wals met de veren en de haken wordt gebruikt om het oppervlak van het gazon te reinigen (verticuteren), bijvoorbeeld van mos of
bladeren. Deze wals kan, wanneer deze te diep is geplaatst, schade aan het gazon veroorzaken. Het wordt aanbevolen om deze
wals voor oppervlaktewerk te gebruiken, de minimale werkdiepte moet worden ingesteld.
Voor een goede werking wordt aanbevolen om de werking van de walsen op verschillende werkdiepte-instellingen op minder
blootgestelde plaatsen te controleren.
Bereid het gazon voor voordat u met de werkzaamheden begint. Controleer of het gazon vrij is van obstakels die, als ze door
de messen worden geraakt, de verticuteermachine kunnen beschadigen of kunnen worden weggeslingerd en gevaar kunnen
O O R S P R O N K E L I J K E
NL
I N S T R U C T I E S
103