haal de roosters van het kookvlak
haal de branderafschermer van de
brandertulp
draai het mondstuk los met een 7 mm
sleutel
vervang het verwijderde mondstuk door het mondstuk dat geschikt is voor de
gewenste gassoort (de gegevens voor de mondstukken bevinden zich in de tabel
„Eigenschappen van de mondstukken en branders", pagina 165, 166);
monteer de brandertulp en plaats de branderafschermer er weer op.
bouw volgens bovenstaande aanwijzingen alle branders om.
plaats de roosters na het ombouwen weer op het kookvlak.
Instelling kleine vlam
Na het ombouwen naar een andere gassoort moet u de instelling van de kleine vlam
voor de verschillende branders veranderen.
Deze afstelling doet u als volgt:
steek de brander aan;
draai de regelknop tegen de richting van
de klok in tot de kleinste vlam (symbool
met een kleine vlam);
haal de regelknop van de ventielspil.
Bij ombouw van vloeibaar gas naar aardgas draait u de schroef voor
precisieafstelling (linksboven, zie afbeelding) met een kleine schroevendraaier tegen
de klok in, totdat u de gewenste vlamsterkte heeft bereikt.
Bij ombouw van aardgas naar vloeibaar gas draait u de schroef voor
precisieafstelling (linksboven, zie afbeelding) met een kleine schroevendraaier met
de klok mee, totdat u de gewenste vlamsterkte heeft bereikt.
Plaats vervolgens de regelknop en draai hem van maximum naar minimum en
controleer de vlam. Zorg ervoor dat de afstelling voldoende is en dat de vlam toelaat
dat het thermokoppel verwarmt. Zo nee, dan moet u de instelling van de kleine vlam
corrigeren.
Verzeker u ervan dat na het verwisselen van de mondstukken of na het afstellen de
vlam blauwachtig van kleur is, stabiel brandt, niet loskomt van de brander en dat er
bij omschakeling van een grote vlam naar een kleine geen vlamterugslag
plaatsvindt.
- 172 -