7 Flitssynchronisatie
De studioflitser kan met drie verschillende
soorten van synchronisaties flitsen:
1.In de Servo-functie, gestuurd door een flits
van de cameraflitser
- zonder flits vooraf.
- met flits vooraf (bijv. de 'rode ogen functie).
- leerfunctie (Learn).
2.Met een flitskabel.
3.Met een draadloos aangestuurde module
(accessoire).
7.1 Slaaffunctie
De Servo-functie is een eenvoudige slaaf-
functie zonder, c.q. met onderdrukking van
een flits vooraf, waarbij de studioflitser altijd
een flits afvuurt zodra hij een lichtimpuls van
de cameraflitser ontvangt.
Gebruik een infraroodkap (accessoire), als
de cameraflitser slechts als controller mag
werken en dus niet moet bijdragen aan de
verlichting van het onderwerp.
Stulp de infraroodkap (accessoire) over de
flitser van de camera. Het aandeel infrarood-
straling in het flitslicht stuurt nu de studio-
flitsers.
De SERVO-flitsfunctie Instellen
• Druk de netschakelaar
studioflitser op (ON).
• Druk op de toets
Sync
op.
• Druk op de sensortoets
menu voor de synchronisatie op.
Servo
• Druk op de sensortoetsen
kies de synchronisatie:
- Slaaf
(zonder flits vooraf)
- Slaaf
Sync. Cord
Servo
Servo
• Bedien op de camera de ontspanknop
Learn
zodat de in de camera ingebouwde flitser
een flits ontsteekt. Als er door de studioflit-
ser een lichtimpuls wordt ontvangen onts-
+
teekt deze een flits.
Wordt er in de leermodus geen flits vooraf
herkend, dan stelt de studioflitser automa-
tisch 1 in en synchroniseert hij met de
eerste flits van de cameraflitser.
van de
D
en roep het menu
en roep het
of
en
(met flits vooraf)
x
63