3.3 Hulpmiddelen
•
Schroefdraadtape
•
lijm.
Niet bij het product geleverd:
•
boormachine
boorbits: ∅20, ∅25
•
gatenboor: ∅40, ∅100
•
•
ontbraamwerktuig voor polyethyleen
3.4 Installatieoverzicht
Afhankelijk van uw producttype, moet u verschil-
lende stappen doorlopen bij het installeren van uw
opvoerinstallatie. Mogelijk moet u aanvullende stap-
pen doorlopen als u accessoires hebt besteld.
Opvoerinstallatie met pompen met
vlotterschakelaars
1. Bevestig de tank aan de vloer.
2. Boor gaten voor de inlaatleidingen.
3. Sluit de inlaatleidingen op de tank aan.
4. Breng de ontluchtingspoort en de kabelwartels
aan.
5. Stel de inschakelniveaus in door de kabellengte
van de vlotterschakelaar aan te passen.
6. Installeer de pompen in de tank.
7. Breng de aansluitleidingen voor de pomp aan.
8. Sluit de ontluchtingsleiding aan.
9. Sluit de persleidingen aan.
Opvoerinstallatie met regelaar
1. Bevestig de tank aan de vloer.
2. Boor gaten voor de inlaatleidingen.
3. Sluit de inlaatleidingen op de tank aan.
4. Breng de ontluchtingspoort en de kabelwartels
aan.
5. Installeer de pompen in de tank.
6. Monteer de niveausensorbuis in de tank.
7. Breng de aansluitleidingen voor de pomp aan.
8. Sluit de ontluchtingsleiding aan.
9. Sluit de persleidingen aan.
3.5 Het product plaatsen
LET OP
Rugletsel
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Vraag iemand anders om assistentie of
gebruik hefapparatuur bij het dragen
van het product.
LET OP
Verplettering van de voeten
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Draag veiligheidsschoenen bij het ver-
plaatsen van het product.
Plaats de tank zo dat alle onderdelen gemakkelijk
bereikbaar zijn tijdens bediening en onderhoud.
316
3.6 De tank installeren
Bevestig de tank aan de vloer om omhoog komen of
verdraaien te voorkomen. Gebruik de montagebeu-
gels om de tank te bevestigen met bouten.
Afb. 3
De tank aan de vloer bevestigen
3.7 Gaten boren voor de leidingen
LET OP
Scherp element
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Draag beschermende handschoenen.
De tank heeft drie of vier gaten, ∅100, voor de
inlaatleidingen, afhankelijk van de omvang. De tank
heeft tevens een gat, ∅40, voor de membraanpomp.
Zie paragraaf
6.1
Productoverzicht. Deze gaten
moeten worden geboord om te kunnen worden
gebruikt.
De gaten voor de uitlaatleidingen, de ontluchtings-
poort en de minimaal vereiste kabelwartels zijn
open.
1. Bepaal welke inlaten u wilt gebruiken. Zie para-
grafen
3.2.1 Inlaten van tank
kelniveaus
instellen.
2. Boor gaten met een gatenboor. De diameter van
de gatenboor moet hetzelfde zijn als de diameter
van de leiding.
Inlaat:
Gat voor membraanpomp: ∅40
3. Ontbraam de gaten.
Afb. 4
Gaten boren voor leidingen
en
7.1 De inscha-
∅100