Spelverloop:
Einde van
het spel:
De jongste speler neemt een kaart van de stapel en legt deze,
zonder naar het motief te kijken, op de omlijsting van het
spiegelelement. Nu kijken alle spelers in het telkens vóór zich
bevindende spiegelveld.
In de richting van de klok kan iedere speler nu op zijn beurt een
tip geven, wanneer hij denkt het motief te herkennen.
OPGELET: iedere speler mag per kaart slechts één tip geven.
Wie geen tip wil geven zegt dit zodra hij aan de beurt is.
Wanneer één of meerdere spelers geen tip hebben kunnen geven,
dan wordt het volledig spiegelelement een spiegelveld verder
naar rechts gedraaid.
Nu heeft elke speler een veranderd spiegelbeeld vóór zich en kan
nu eventueel wel herkennen wat het zou kunnen zijn.
Wanneer ook nu nog niet alle spelers een motief kunnen noemen
wordt het spiegelelement opnieuw een veld verder gedraaid.
Het spiegelelement mag vier keer gedraaid worden, dan heeft
iedere speler alle vier verspiegelde kanten gezien. Mocht er ook
nu nog een speler zijn, die geen tip kan geven, dan wordt de kaart
uit het spel genomen.
Pas wanneer iedere speler een tip heeft kunnen geven, wordt de
kaart omgedraaid zodat men het motief kan zien. De speler, die
als eerste het motief juist heeft genoemd, krijgt de kaart.
Wanneer geen enkele speler het juiste motief genoemd heeft,
dan wordt de kaart uit het spel genomen.
Daarna legt de volgende speler (in de richting van de klok) de
volgende kaart op het spiegelelement en geeft een tip.
Er wordt een bepaald aantal kaarten overeen gekomen, waarmee
een speler het spel wint. Bijvoorbeeld wie als eerste vijf kaarten
vóór zich heeft liggen, is de winnaar van het spel. Natuurlijk kan
dit aantal kaarten ook, naargelang van de leeftijd van de spelers,
kleiner of groter gemaakt worden.
9