VOORZICHTIG: De snijranden van de
zaagketting zijn scherp. Gebruik
handschoenen.
Na het bijvullen van smeerolie, met de kettingzaag
naar beneden gericht, tilt u de kettingbeschermer
handmatig omhoog tot de maximale hoek om
de kettingzaag te smeren.(See Fig.G2) De goede
werking van de automatische oliespuit kan worden
gecontroleerd door de kettingzaag in te schakelen en
de punt van de kettinggeleider naar een stuk karton
of papier op de grond te richten. Als een toenemend
oliepatroon ontwikkelt op het karton, werkt de
automatische oliespuit goed. Als er geen oliepatroon
is, ondanks een vol oliereservoir, moet u contact
opnemen met de klantendienst van WorxNitro of met
een door WorxNitro erkende onderhoudsagent.
VOORZICHTIG: raak de grond niet met de
ketting. Zorg voor een veiligheidsafstand van
40 cm.
5. BEDIENING
1. VOORDAT U HET DRAADLOOS GEREEDSCHAP
GEBRUIKT
WAARSCHUWING! De oplader en het accupack
zijn ontworpen om samen gebruikt te worden,
probeer dus geen andere apparaten te gebruiken.
Zorg ervoor dat er nooit metalen objecten in de
104
oplader of de contactpunten van het accupack
komen, dit kan zorgen voor een elektrische schok en
is gevaarlijk.
OPMERKING: Het accupack is NIET opgeladen.
Deze moet u dus voor gebruik opladen.
De bijgeleverde batterijlader past bij de Lithium-
ionbatterij die in het apparaat is geplaatst. Gebruik
geen andere batterijlader.
(1) DE BATTERIJEN OPLADEN (Zie afb. H1, H2)
De Lithium-ionbatterij is beschermd tegen volledig
ontladen. Als de batterij leeg is, wordt het toestel
uitgeschakeld door een beschermingscircuit.
In een warme omgeving, of na zwaar gebruik,
kan het batterijpak te heet worden om te kunnen
opladen. Laat de batterij enige tijd afkoelen voor het
heropladen.
(2) HET ACCUPACK VERWIJDEREN OF PLAATSEN
(Zie afb. I)
Druk de ontgrendelknop van het accupack in om
de twee accupacks uit uw gereedschap te kunnen
halen. Doe na het opladen de accupack in de
accuruimtes. U hoeft alleen maar licht te duwen
en wat druk uit te oefenen tot een klik hoorbaar
is. Controleer om te zien of de batterij volledig is
vastgemaakt.
OPMERKING: Verwijdert u het batterijpakket, houd
het dan stevig vast zodat het niet valt en letsel
veroorzaakt.
Snoerloze snoeizaag
(3) VASTHOUDEN EN BEDIENEN VAN DE
SNOEIZAAG (Zie afb. J)
Kreupelhoutsnoeier met één hand op het deel van
de bedieningshandgreep zo vasthouden dat de
duim om de bedieningshandgreep valt.
2. IN- EN UITSCHAKELEN (Zie afb. K)
ATTENTIE: Controleer het accupack voordat u
uw draadloze gereedschap gaat gebruiken.
Gebruik alleen het accupack dat in het hoofdstuk
Accessoires figureert.
Als u de machine wilt inschakelen, drukt u op de
inschakelblokkering, vervolgens drukt u de aan/
uitschakelaar helemaal in en houdt u de schakelaar
in deze stand vast. De inschakelblokkering kunt u
nu loslaten.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de aan/
uit-schakelaar los.
3. WERKZAAMHEDEN
BELANGRIJK: Controleer de kettingspanning
tijdens het zagen elke 10 minuten.
(1) Installeer de batterijdoos in de machine.
(2) Controleer of het deel van de boomstam niet
op de grond ligt. Dit verhindert dat de ketting
de grond raakt wanneer door de stam wordt
gezaagd.
Als de grond wordt geraakt terwijl de ketting
beweegt, kan dit gevaar opleveren en wordt de
ketting bot.
(3) Wanneer u klaar bent om te zagen, duwt u de
ontgrendelingsknop volledig naar binnen met
de rechterduim en drukt u de starter samen.
Hierdoor wordt de zaag ingeschakeld. Als u de
starter loslaat, wordt de zaag uitgeschakeld.
Controleer of de zaag op volle snelheid werkt
voordat u het zagen start.
(4) Wanneer u begint te zagen, plaatst u de
bewegende ketting langzaam tegen het hout.
Het hout moet zo dicht mogelijk bij de zaag zijn.
Houd de zaag stevig op zijn plaats om mogelijk
stuiteren of glijden (zijdelingse beweging) van de
zaag te voorkomen.
(5) Geleid de zaag met lichte druk en oefen geen
overmatige kracht uit op de zaag, laat de zaag
het werk doen. De motor wordt overbelast en
kan doorbranden. Hierdoor doet de zaag zijn
werk beter en veiliger aan de snelheid waarvoor
deze was bedoeld.
(6) Verwijder de zaag uit een inkeping terwijl de
zaag op volle snelheid werkt. Stop de zaag door
de aan/uit-schakelaar los te laten. Controleer of
de zaag is gestopt voordat u de zaag neerzet.
(7) Blijf op een veilige plaats oefenen, totdat
u vertrouwd bentmet de zaag, gebruik
een vloeiende beweging en een constante
zaagsnelheid.
Apparaten voor de terugslagveiligheid op deze
NL