8. Functie voor gemakkelijk onderhoud
Enter maintenance password
Change maintenance password.
Select:
Enter maintenance password
Update maintenance password?
Enter maintenance password
Service menu:
Remote controller information
Model name
S/W Ver
Serial No.
XXXXXXXXXXXXX
Return:
nl
Check menu
Error history
Diagnosis
Smooth maintenans
Request code
Service menu:
Cursor
Selecteer "Remote controller check" (Controle afstandsbediening).
Resultatenscherm van controle afstandsbediening
27
Maintenance password
9999
Cursor
Maintenance password
Cancel
OK
Maintenance password
Changes saved
PAR-41MAA
XX. XX
Diagnosis
Remote controller check
Self check
Remote controller check
Start checking?
Service menu:
Begin:
Cursor
Remote controller check
OK
Exit:
(7) Het onderhoudswachtwoord wijzigen
[Toetsbediening]
1 Selecteer "Maintenance password" (Onderhoudswachtwoord) in het menu
Others (Andere) en druk op de toets SELECT (SELECTEREN) om naar het
scherm te gaan waarop u een nieuw wachtwoord kunt invoeren.
2 Verplaats met de toets F1 of F2 de cursor naar het cijfer dat u wilt wijzigen en
stel het gewenste cijfer in (0 t/m 9) met de toets F3 of F4.
3 Druk op de toets SELECT (SELECTEREN) om het nieuwe wachtwoord op te
slaan.
4 Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarop wordt gevraagd of
u het onderhoudswachtwoord wilt wijzigen. Druk op de toets F4 (OK) om de
wijziging op te slaan.
Druk op de toets F3 (Annuleren) om de wijziging te annuleren.
5 Er wordt "Changes saved" (Wijzigingen opgeslagen) weergegeven wanneer het
wachtwoord is bijgewerkt.
6 Druk op de toets MENU (MENU) om terug te gaan naar het Service menu
(Servicemenu) of druk op de toets RETURN (TERUG) om terug te gaan naar
het scherm "Maintenance password" (Onderhoudswachtwoord).
(8) Bedieningsinformatie
U kunt de volgende informatie van de in gebruik zijnde bediening controleren.
• Modelnaam
• Softwareversie
• Serienummer
[Toetsbediening]
1 Selecteer "Others" (Andere) in het Service menu (Servicemenu).
2 Selecteer "Remote controller information" (Informatie afstandsbediening).
■ Bedieningscontrole
Wanneer de bediening niet naar behoren werkt, gebruik dan de controlefunctie van
de afstandsbediening om het probleem op te lossen.
(1) Controleer het scherm van de bediening en kijk of er iets wordt weergegeven
(inclusief lijnen). Er wordt niets op scherm van de bediening weergegeven als
de bediening niet de juiste spanning (8,5-12 V DC) krijgt. Als dit het geval is,
controleer dan de bedrading van de bediening en de binnenunits.
[Toetsbediening]
1 Selecteer "Remote controller check" (Controle afstandsbediening) in het menu
Diagnosis (Diagnose) en druk op de toets SELECT (SELECTEREN) om te
beginnen met de controle van de bediening en de controleresultaten te zien.
Druk op de toets MENU (MENU) of RETURN (TERUG) om de controle van de
afstandsbediening te annuleren en het menuscherm voor de controle van de
afstandsbediening te verlaten. De bediening zal zichzelf niet opnieuw starten.
OK: Er zijn geen problemen gevonden met de bediening. Controleer andere onder-
delen op problemen.
E3, 6832: Er zit ruis op de transmissieleiding of de binnenunit of een andere af-
standsbediening is defect. Controleer de transmissieleiding en de andere
afstandsbedieningen.
NG (ALL0, ALL1): Fout in circuit voor verzenden-ontvangen. Bediening moet wor-
den vervangen.
ERC: Het aantal gegevensfouten is het verschil tussen het aantal bits in de ver-
zonden gegevens vanaf de bediening en het aantal bits in de daadwerkelijk
verzonden gegevens via de transmissieleiding. Als er gegevensfouten worden
gevonden, controleer dan de transmissieleiding op externe ruishinder.
2 Als u op de toets SELECT (SELECTEREN) drukt na weergave van de controle-
resultaten van de afstandsbediening, wordt de controle van de afstandsbedie-
ning beëindigd en zal de bediening automatisch zichzelf opnieuw starten.