!
4.
Bevestig de muurbeugel aan de gewenste
muur met behulp van de meegeleverde drie
ST6.3-schroeven.
5.
Zoek twee schroefgaten in het midden van
het laadstation, bevestig de stationbeugel
eraan met behulp van de meegeleverde
klinknagels en draai ze vast met de
meegeleverde ST4-schroeven.
Plaats het laadstation aan de muur door de
6.
stationbeugel in de muurbeugel te schuiven.
7.
Zoek twee schroefgaten aan de bovenkant
van het laadstation, steek de meegeleverde
afstandsstukken van buitenaf in en bevestig
het station aan de muur met behulp van
de twee meegeleverde ST6.3-schroeven.
Zorg ervoor dat de rubberen pakkingen
en sluitringen worden gebruikt tijdens de
installatie.
LET OP: Installeer het laadstation niet zonder de
rubberen pakkingen/ringen/wartels. Anders kan
er water lekken en de EV-lader beschadigen.
126
8.
Zorg ervoor dat het laadstation stevig aan de
muur is geïnstalleerd.
9.
Zorg ervoor dat alle open gaten bedekt zijn met
siliconen of zonder de rubberen pakkingen/
ringen om het laadstation tegen water te
beschermen.
Het laadstation aan een
muur bevestigen zonder
de montagebeugel
1.
Boor vier gaten in de muur die zijn uitgelijnd
met de locaties die worden weergegeven in
de boorsjabloon.
2.
Ontgrendel en open de technische behuizing
met de sleutel.
3.
Verwijder voorzichtig de beschermkap.
!
4.
Installeer het laadstation op de geselecteerde
locatie met eerst de rubberen pakkingen
en vervolgens de sluitring en de vier
ST6.3-schroeven.
LET OP: Installeer het laadstation niet zonder
de rubberen pakkingen/ringen/wartels. Anders
kan er water lekken en de EV-lader beschadigen.
5.
Zorg ervoor dat het laadstation stevig aan
de muur is geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat alle open gaten bedekt
6.
zijn met siliconen of zonder de rubberen
pakkingen/ringen om het laadstation tegen
water te beschermen.
Gebruikers- en installatie-instructies
Het laadstation aan een paal
installeren
•
Raadpleeg de handleiding voor de
paalmontageset voor installatie
op een paal.
De kabels installeren
1.
Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld.
A 16 mm
2
A
2.
Zorg ervoor dat de lengte van de kabels
is afgemeten (A) voor het laadstation.
LET OP: Deze kabelwartels kunnen niet worden
gebruikt als de diameter van de kabels groter
of kleiner is dan de bovenstaande afmetingen.
3.
Als de stroomkabel en de netwerkkabel
van onder of van achteren moeten worden
geïnstalleerd, boor dan een gat met een
trapboor. U kunt ook een gat maken met
behulp van de voorziene uitsparingen in de
achterplaat van het station, indien aanwezig.
Het wordt aanbevolen om extra afdichtmiddel
te gebruiken om binnendringen van water te
voorkomen.
LET OP: Let erop dat u de componenten
binnen de unit niet beschadigt wanneer
u boort of gaten maakt met de uitsparingen.
Installeer de kabelwartels in de gaten om het
4.
apparaat te beschermen tegen binnendringen
van stof en water.
OPMERKING: De kabelwartel voor de stroomkabel
die bij het product wordt geleverd, ondersteunt
kabelafmetingen tussen 11-17 mm en de wartel voor
de netwerkkabel ondersteunt kabelafmetingen van
3-6 mm.
5.
Als de stroomkabel en netwerkkabel vanaf de
bovenkant zijn geïnstalleerd, zijn er twee gaten
aan de bovenkant van het apparaat. Installeer
de stroomkabel in het grotere gat (M25) en
de netwerkkabel in het kleinere gat (M12).
CTEK AB