Positie
Teveel aan vocht trekt door uw hele huis, net als bijv. kookgeurtjes. Zoek daarom een plaats
voor uw ontvochtiger vanwaaruit hij de vochtige lucht uit het hele huis naar zich toe kan trekken.
Hebt u een serieus probleem in een bepaalde ruimte, dan kunt u om te beginnen het apparaat
daar neerzetten, en later naar een meer centrale plek verplaatsen.
Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger tijdens het gebruik op een stevige, vlakke en horizontale
ondergrond staat. Het apparaat dient aan alle kanten minimaal 10 cm. vrije ruimte te hebben
om de luchtstromen niet te belemmeren. Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het
eerst uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te nemen en de watertank te ledigen.
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden; zoek dus een plaatsje in de buurt van een
stopcontact. Is het gebruik van een verlengsnoer absoluut onvermijdelijk, gebruik dan een snoer
met een minimale draaddoorsnee van 1 mm. en rol het snoer helemaal af tijdens het gebruik.
Als de luchtontvochtiger in werking is dient u deuren en ramen naar buiten zoveel mogelijk
gesloten te houden om het ontvochtigen efficiënt te laten verlopen.
Ingebruikname
1. Steek de stekker in een passend stopcontact, overeenkomend met de specificaties op het
typeplaatje.
2. Draai de AAN/UIT-knop (tevens ontvochtigings-
regelaar) met de klok mee uit de OFF-stand. Zodra
het huidige vochtigheidsniveau wordt gepasseerd,
zal de compressor beginnen te werken. Het
indicatielampje licht groen op.
3. Draai de AAN/UIT-knop c.q. ontvochtigingsregelaar
op het gewenste vochtigheidsniveau: hoe verder u
de knop richting MAX draait (met de klok mee), hoe
droger het apparaat de ruimte zal maken. Wanneer
de ingestelde luchtvochtigheid is bereikt, slaat het
apparaat automatisch af. Voor continugebruik zet u
de knop op stand 'MAX'.
4. Om het apparaat uit te schakelendraait u de knop weer op de OFF-stand. Neem na gebruik
de stekker uit het stopcontact.
Waterafvoer
Als de watertank vol is zal de compressor om veiligheidsredenen automatisch uitschakelen. Het
rode Indicatielampje 'watertank vol' zal beginnen te branden.
Om de watertank uit te nemen trekt u hem rechtstandig uit het apparaat. Nadat u hem geledigd
hebt plaatst u hem in dezelfde positie terug. Houd in de gaten dat hij correct geplaatst wordt:
dan pas zal het lampje doven.
Let op: wanneer de watertank niet in de goede positie zit, zal het 'watertank vol'-lampje rood
oplichten. Het apparaat werkt dan niet.
Continu-afvoer
Naarmate het apparaat in een vochtiger omgeving werkt, zal de tank vaker moeten worden
leeggemaakt. Soms is het dan ook doelmatiger een continu-afvoer aan te brengen. Ga daartoe
als volgt te werk:
1. Trek de watertank uit het apparaat.
5