nl
NEDERLANDS
correct functioneert. Laat de machine repareren
wanneer de afremtijd langer wordt.
6.6
Accupack
Het accupack (11) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
U vindt de instructies voor het opladen van het
accupack in de gebruiksaanwijzing van de Metabo-
lader.
Accupacks hebben een capaciteits- en
signaalindicatie (10) (afhankelijk van de uitvoering):
- Druk op knop (9) waarna de laadtoestand wordt
aangegeven door de led-lampen.
- Wanneer een led-lampje knippert, is het accupack
bijna leeg en moet weer worden opgeladen.
Accupack verwijderen, plaatsen
Verwijderen:
Knop voor de accupack-ontgrendeling (8)
indrukken en accupack (11) verwijderen.
Plaatsen:
Accupack (11) erop schuiven tot hij vast klikt.
7. Gebruik
7.1
Houd het gereedschap correct vast,
In- en uitschakelen
De bedienende persoon dient bij het
inschakelen van de kettingzaag een veilige
houding te hebben en de machine goed vast te
houden. Het zwaard mag hierbij geen voorwerp
raken.
Inschakelen
Opmerking: De handbescherming (6) moet bij het
inschakelen in de basisstand staan, d.w.z. in de
pijlrichting (afb., pagina 2) tegen de
beugelhandgreep (7) gedrukt zijn.
Opmerking: De kettingzaag is beveiligd tegen het
per ongeluk inschakelen (veiligheidsschakelaar
(12) ).
Om in te schakelen:
1. Het gereedschap met de linkerhand aan de
voorste beugelhandgreep (7) vasthouden.
2. Het gereedschap met de rechterhand aan de
schakelhandgreep (14) vasthouden.
3. Omsluit de handgrepen met uw duimen en
vingers. Zorg ervoor dat uw linkerhand de
voorste beugelhandgreep (7) vasthoudt en uw
duim hierbij onder de beugelhandgreep (7) zit.
4. Met de duim van de rechterhand de
veiligheidsschakelaar (12) drukken.
5. Wanneer de veiligheidsschakelaar (12)
ingedrukt is, de drukschakelaar (13) drukken en
6. de veiligheidsschakelaar (12) loslaten.
Uitschakelen:
Voor het uitschakelen de drukschakelaar (13)
loslaten. (Hierbij gaat de veiligheidsschakelaar (12)
terug in de blokkeerstand.)
34
7.2
Het werken met de kettingzaag
Voor het begin van de werkzaamheden dient
altijd te worden nagegaan of de kettingzaag
correct functioneert. Bijzonder belangrijk zijn:
- juist gemonteerd zwaard
- juiste spanning van de zaagketting,
- werking van de kettingsmering
- feilloos werken van de kettingrem.
- Niet werken met een botte of versleten
zaagketting.
- Alleen een onbeschadigd en compleet
gereedschap in gebruik nemen.
De gebruiker van de kettingzaag dient voordat hij
deze voor de eerste keer gebruikt te oefenen met
het doorzagen van een stam op een zaagbok of iets
dergelijks.
Stammen, takken e.d. doorzagen.
Probeer nooit een ingeklemde zaag vrij te
maken terwijl de motor loopt. Gebruik houten
wiggen om de zaagketting vrij te maken.
Kortere houtstukken voor het zagen vastklemmen.
De linkerarm dient bij het
doorzagen bijna gestrekt te zijn.
Het gereedschap zo leiden dat zich
geen lichaamsdelen buiten de
voorgestelde lijn "X" - door het
zwaard en in de verlenging hiervan
- bevinden.
vast te houden en de schakelhandgreep (14)
omhoog te trekken.
Wanneer één snede niet toereikend is om door het
hout te komen,
- met een lichte druk op de beugelhandgreep (7)
verder zagen; hierbij
- het gereedschap iets naar achteren trekken,
- de klauwaanslag (5) dieper aanzetten (de zaag
hierbij niet uit de zaagsnede halen) en
- het zagen beëindigen door de schakelhandgreep
omhoog te trekken.
De kettingzaag alleen bij een omlopende
zaagketting uit het hout trekken.
Om op het moment van het „doorzagen" de
volledige controle te behouden, tegen het einde van
de zaagsnede de aandrukkracht reduceren, zonder
de vaste greep op de handgrepen van de
kettingzaag te verminderen. Erop letten dat de
zaagketting de grond niet raakt. Na afronding van
de zaagsnede het gereedschap uitschakelen,
wachten tot de zaagketting stilstaat voordat u de
kettingzaag weghaalt. De kettingzaag altijd
uitschakelen voordat u van boom naar boom
wisselt.
De kettingzaag met de
klauwaanslag (5) tegen
het hout plaatsen en dan
vervolgens pas beginnen
met zagen door de
machine aan de
beugelhandgreep (7)