ABB FSM4000 Instrucciónes De Licenciamiento página 305

FSM4000 ELEKTROMAGNETISCHE DEBIETMETER | CI/FSM4000-X1 REV. D
Werking S4 met voorganger-meetwaardeopnemer
Indien een meetomvormer met een vorig model gebruikt wordt,
moet de FRAM gebruikt worden met de waarden Cs = 100 % en
Cz = 0 %. Als de meetomvormer ermee uitgerust is en de
apparaten geïnstalleerd zijn volgens het aansluitschema (zie
vanaf Aansluitconfiguratie op pagina 34), verschijnt het menu
"Primary Setup" na het inschakelen van de voedingsspanning. De
volgende gegevens moeten worden ingevoerd door op een toets
te drukken. Als achteraf een onjuiste invoer wordt ontdekt, kan
dit gecorrigeerd worden in het submenu Systeemgegevens
"Opnemer" onder "Primary Setup". Zie pagina
Parameterbeschrijving in de handleiding.
Afbeelding 52: Submenu "Primary Setup"
De gegevens moeten na elkaar worden ingevoerd. Kies in het
submenu "Primary Setup" de netfrequentie waarmee de
meetwaardeopnemer gekalibreerd werd. Zie typeplaatje. Kies
dan de overeenkomstige meetwaardeopnemer uit de tabellijst.
De letter achter het modelnummer en het nominale
diameterbereik zijn belangrijk, zodat de meetomvormer met de
juiste referentiegegevens werkt.
Stel dan de juiste nominale meetwaardeopnemer-breedte in. De
waarden staan voor DIN en ANSI. De referentiespanning, zie
typeplaatje van de meetwaardeopnemer, moet numeriek
ingevoerd worden. (Voor meetwaardeopnemer model 10D1422 of
10DI1425 > DN500 is geen invoer van de referentiespanning
nodig).
Voer de meterfactor in (alleen voor model 10D1462/72). Zie
typeplaatje.
Kies tenslotte het meetbereik en de andere procesparameters
(demping, kruiphoeveelheid, stroom-/impulsuitgang, indicatie in
het display, etc.). Voer nu de afstelling van het nulpunt van het
systeem uit met de meetbuis gevuld en bij stilstand 0 m/s.
Aanwijzing
Als er geen waarden voor de referentiespanning op het
typeplaatje staan, kan dit bij ABB Service aangevraagd worden
onder vermelding van het ordernummer.
e-mail: parts-repair-goettingen@de.abb.com
Tel.: +49 180 5222 580
Aanwijzing
Indien het debietdisplay na de inbedrijfstelling van het
meetsysteem de verkeerde debietrichting aangeeft, b.v. retour in
plaats van aanvoer, moet dit gecorrigeerd worden in het
"Operating mode submenu" van de meetomvormer.
Om dit te doen, schakelt u eerst de programmeerbeveiliging uit
("Prog. niveau"→ "Specialist"). Kies dan de parameter
"Richtingweergave" in het submenu "Bedrijfsmodus". Kies daar in
plaats van "Normaal" "Invers". Activeer tenslotte de
programmeerbeveiliging weer door "Prog. niveau"→
"Vergrendeld" te kiezen.
NL – 57
305