Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
1
Veiligheid.................................. 110
1.1
Reglementair gebruik................. 110
1.2
Gevaar door foute bediening ..... 110
1.3
Levensgevaar door vrijkomend
koudemiddel .............................. 110
1.4
Levensgevaar door
veranderingen aan het product
of in de omgeving van het
product....................................... 111
1.5
Verbrandingsgevaar door
het aanraken van hete
oppervlakken ............................. 111
1.6
Verbrandingsgevaar door heet
drinkwater .................................. 111
1.7
Verwondingsgevaar door
bevriezing bij contact met
koudemiddel vermijden.............. 111
1.8
Verwondingsgevaar en gevaar
voor materiële schade door
ondeskundig of niet-uitgevoerd
onderhoud en ondeskundige
of niet-uitgevoerde reparatie...... 112
1.9
Risico op corrosieschade door
ongeschikte binnenlucht ............ 112
1.10 Gevaren door aanpassingen in
de omgeving van het product .... 112
1.11 Vorstschade door
ontoereikende
kamertemperatuur ..................... 112
1.12 Milieuschade door lekkend
koudemiddel vermijden.............. 113
2
Aanwijzingen bij de
documentatie ........................... 114
2.1
Aanvullend geldende
documenten in acht nemen ....... 114
2.2
Documenten bewaren................ 114
2.3
Geldigheid van de
handleiding ................................ 114
108
3
Productbeschrijving ................ 114
3.1
Overzicht van de
bedieningselementen................. 114
3.2
Weergegeven symbolen ............ 114
3.3
Typeaanduiding en
serienummer.............................. 114
3.4
Gegevens op het kenplaatje ...... 114
4
Bedrijf ....................................... 115
4.1
Bedieningsconcept .................... 115
4.2
Product inschakelen .................. 115
4.3
Taal instellen.............................. 116
4.4
Tijd instellen............................... 116
4.5
Extra verwarming instellen......... 117
4.6
Instelling warmwatertempera-
tuur............................................. 117
4.7
Aanvullende warmwa-
tertemperatuurinstelling
bij aansluiting van een
fotovoltaïsche installatie............. 117
4.8
Bedrijfstijden programmeren...... 117
4.9
Vakantiemodus instellen............ 118
4.10 Boost-modus instellen ............... 119
4.11 Noodbedrijf instellen .................. 119
4.12 Legionellabeschermingsfunc-
tie laten activeren....................... 119
4.13 Vorstbeveiligingsfunctie ............. 120
5
Verhelpen van storingen......... 120
5.1
Storingen herkennen en
verhelpen ................................... 120
6
Onderhoud ............................... 120
6.1
Onderhoud................................. 120
6.2
Product onderhouden ................ 120
6.3
Condensafvoerleiding en
afvoertrechter controleren.......... 120
7
Uitbedrijfname.......................... 120
7.1
Product tijdelijk buiten bedrijf
stellen ........................................ 120
7.2
Product definitief buiten bedrijf
stellen ........................................ 121
8
Recycling en afvoer................. 121
8.1
Koudemiddel laten afvoeren ...... 121
9
Garantie en klantendienst....... 121
9.1
Garantie ..................................... 121
9.2
Serviceteam............................... 122
Gebruiksaanwijzing 8000015886_00