LBB16 EP024-U
Veiligheids- en bedienings-voorschriften
Veiligheidsinstructies
Belangrijk informatie voor veiliger boren en tappen
Deze handleiding volgt de EG-Richtlijn voor machines (2006/42/EG) m.b.t. in-
structies voor bedieners en de desbetreffende delen van normen uit CEN TC
255 "Niet-elektrisch aangedreven gereed- schappen –Veiligheid".
Deze instructies betreffen de bediening, de behandeling van de machine, het in-
zetgereedschap en de uitrusting alsook het onderhoud.
Deze aanbevelingen hebben hun waarde bewezen. Ze niet in acht nemen, kan
ernstige gevaren met zich meebrengen.
Zorg ervoor dat de bediener de volgende aanbevelingen volledig heeft begrepen
en ze ongehinderd kan raadplegen.
schenk bijzondere aandacht aan de volgende maatregelen die de bediener in
acht moet nemen om risico's van verkeerd gebruik of ongeval te vermijden
Installatie
Volg de met de machine meegeleverde schriftelijke instructies voor het gereed-
maken van de luchtapparatuur.
Gebruik alleen de aanbevolen smeermiddelen wanneer smering is aanbevolen.
Controleer de slangafmeting en de luchtdruk.
Vermijd het risico dat de slang gaat rondslingeren – controleer geregeld de staat
van de slang, de slangkoppeling en de staat van de klem.
Controleer of de uitlaatlucht zo gericht is dat er geen stof of lucht vanaf het
werkstuk op de bediener of op andere personen kan worden geblazen. Breng in-
dien mogelijk schermen aan.
Monteer een slang op de uitlaat en zuig het stof af indien nodig.
Pneumatisch aangedreven gereedschappen zijn over het algemeen niet geï-
soleerd tegen kontakt met elektrische voedingsbronnen.
Zorg ervoor geen explosieve gassen te ontsteken – gebruik andere niet-
vonkende procédés om lichamelijk letsel en materiële schade door brand te
voorkomen.
Kies de inzetgereedschappen die gepast zijn voor de toepassing en het toerental
van uw machine.
Gebruik scherpe boortjes om te voorkomen dat deze breken en in het gat blijven
vastzitten.
Als de machine aan een stabilisator hangt, controleer de staat van de haken en
de hanger regelmatig.
Vermijd ongelukken bij het gebruik van de machine
Draag altijd een slagvaste veiligheidbril om de egen te bescheren.
Scheid de werkplekken door tussen de werkstations schermen aan te brengen.
Alvorens het gereedschap te gebruiken, controleer of de veiligheidsgrendel van
de inlaatklep (indien aanwezig) goed werkt en of het gereedschap stopt bij het
loslaten van de trekker.
NL
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9836 973020 20
Veiligheids- en bedienings-voorschriften
63