veilige gebruik en de onderhoudsbehandelingen van de
compressor. Sommige illustraties van dit instructiehandboek
tonen enkele details of bijlagen die kunnen verschillen van die
van uw compressor.
INSTALLATIE
Pak de compressor uit, vergewis u ervan dat hij zich in prima
staat verkeert, en controleer of hij geen schade heeft geleden
tijdens het transport.
ALLEEN DPC16PS
m Waarschuwing: risico op persoonlijk letsel. Vermijd
bij het monteren het plaatsen van de handen tussen het
handvat en bovenpaneel, zodat u niet klem raakt.
1. Plaats het handvat (5) in de hulzen op het bovenpaneel (7).
2. Druk de drukknopen in en schuif het handvat door de
eerste hulzen tot tegen de tweede hulzen.
3. Reik onder het bovenpaneel en druk de drukknopen weer
in en schuif door de tweede hulzen
4. Trek het handvat helemaal omhoog totdat het niet verder
kan. Draai de knoppen (15) om het handvat te vergrendelen.
BELANGRIJK: het handvat altijd omhoog trekken en
vergrendelen alvorens als onderwagen te gebruiken.
5. Maak de knoppen los en duw het handvat volledig naar
beneden wanneer de onderwagen niet wordt gebruikt.
SMEERMIDDEL EN OLIE - ALLEEN DPC16PS
m WAARSCHUWING: de compressor werd geleverd met
olie in het cartel. Controleer zorgvuldig of het oliepeil juist is.
Probeer niet om deze luchtcompressor te bedienen zonder
eerst het oliepeil in het carter te controleren. Als het carter niet
met olie gevuld en correct gebroken is, kan er zelfs bij beperkte
werking ernstige schade optreden. Volg nauwkeurig de Initiële
set up onder Werking en voltooi alle vereiste stappen.
m Waarschuwing: multiviscositeit motoroliën, zoals 10W30,
mogen niet worden gebruikt in een luchtcompressor. Ze
laten koolafzetting achter op vitale onderdelen, waardoor de
prestaties en levensduur van de compressor verminderen.
Gebruik D
WALT synthetische olie of SAE 40, non-detergent
e
olie voor luchtcompressors.
1. Plaats het apparaat op een effen oppervlak.
2. Verwijder de peilstok (13) en controleer het oliepeil. Voeg
traag D
WALT synthetische olie of SAE 40, non detergent
e
olie voor luchtcompressors toe, indien nodig. OPMERKING:
zie Specificaties voor de oliecapaciteit van de pomp.
m Waarschuwing: risico op onveilige werking. Bij te veel olie
zal de compressor voortijdig stoppen. Niet overmatig vullen.
3. Plaats de peilstok terug.
OPMERKING: sommige eenheden (DPC6MRC, DPC10RC)
zijn uitgerust met een olievrije pomp. Er moet geen olie
vervangen of gecontroleerd worden.
ELEKTRISCHE VERBINDING
VERBINDING
Gebruik het snoer niet op een verkeerde manier. Gebruik
het snoer nooit om het elektrisch gereedschap te dragen,
voort te slepen of uit het stopcontact te trekken. Houd
het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of
bewegende onderdelen.
Beschadigde of verstrengelde snoeren verhogen het
risico op elektrische schokken.
Enkelwerkende compressors worden geleverd met een
elektrisch snoer en een tweepolige stekker met aarding.
De compressor moet worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
BELANGRIJK: gebruik nooit het geaard stopcontact in plaats
van de neutrale draad. De aarding moet in overeenstemming
zijn met de veiligheidsnormen (EN 60204). De stekker van de
voedingskabel mag niet worden gebruikt als een schakelaar,
maar moet gebruikt worden in een stopcontact uitgerust
met een geschikte gedifferentieerde schakelaar (thermische
onderbreker).
m GEVAAR: RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
VERKEERDE AARDING KAN RESULTEREN IN ELEKTRISCHE
SCHOKKEN.
Verander de voorziene stekker niet. Als de stekker niet past in
het beschikbare stopcontact, moet een passend stopcontact
geïnstalleerd worden door een erkend elektricien.
Reparaties aan het snoer of stekker moeten worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
CONTROLELIJST VÓÓR HET VAN START GAAN
1. Zorg ervoor dat de Aan/Uit-schakelaar (6) op UIT staat.
2. Steek de voedingskabel in het juiste stopcontact. Zie
Elektrische verbinding (boven).
3. Zorg ervoor dat de luchttank leeg is, zie Luchttank legen
onder Onderhoud.
4. Zorg ervoor dat de afvoerklep (2) gesloten is.
5. Zorg ervoor dat de veiligheidsklep (14) correct werkt, zie
Veiligheidsklep controleren onder Onderhoud.
6. Contoleer het olieniveau van de pomp, zie Compressor
pompolie onder Onderhoud. (alleen DPC16PS)
m WAARSCHUWING: niet zonder olie of met onvoldoende
olie gebruiken. D
WALT is niet verantwoordelijk
e
voor storingen van de compressor veroorzaakt door
onvoldoende olie.
7. Draai de regelknop (4) linksom totdat het volledig gesloten
is. Zorg ervoor dat de gereguleerde manometer 0 bar (0
psi) weergeeft.
8. Koppel slang en hulpstuks vast.
NEDER LANDS
43