6. Bediening
Let op de algemene veiligheidsrichtlijnen. (Hoofdstuk 3)
Voltage meting
1.
Schakel het apparaat in. (Knop 3)
2.
Houd de punt van de spanningstester zo dicht mogelijk bij een stopcontact
of kabel.
3.
Wanneer de het apparaat een wisselstroomspanningssignaal detecteert,
knippert de LED in de tip afhankelijk van de hoogte van de wisselspanning.
(laag, gemiddeld, hoog) Tegelijkertijd hoort u drie verschillende
alarmsignalen.
Opgelet!
Zelfs zonder een alarm, kan gevaarlijke spanning worden betrokken! Dit hangt
af van verschillende factoren. Daarom, indien nodig, neem contact op de nul
spanning met de voltmeter.
Punt verlichting (Zaklamp)
Als u de punt verlichting (zaklamp) wilt in- of uitschakelen, drukt u op knop 4.
53
Nederlands