NL - pag. 3/4
7. LOCATIE EN MONTAGE
Er zijn twee bevestigingsbeugels op het apparaat (A - FIG_7-1). Op deze manier wordt een gemakkelijke maar stevige en
veilige installatie bereikt. Gebruik voor het bevestigen van het apparaat de bevestigingsmoerenset (standaard meegeleverd
met het apparaat).
Het toestel moet zo geïnstalleerd worden dat de warmtewisselaar en/of de elektrische weerstand in het onderste deel
geplaatst worden (FIG_7-2).
Toegestane posities:
•
A en B: alle modellen
•
C (het is noodzakelijk om de koude inlaat en de warme uitlaat om te keren): alleen BS22-modellen (installatie ook
mogelijk voor de andere modellen, maar het verwarmingsrendement is lager)
Het apparaat kan ook op schuine wanden worden geïnstalleerd (FIG_7-3). Ook in dit geval is het noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat de warmtewisselaar en/of de elektrische weerstand in het onderste deel worden geplaatst.
Het apparaat kan in elke ruimte worden geïnstalleerd, zonder beperkingen. Het bovenstaande sluit niet uit dat u zich houdt
aan de instructies in de paragraaf "Algemene voorzorgsmaatregelen" aan het begin van dit boekje.
8. HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN EN WATERKWALITEIT
Om de levensduur van het apparaat te verlengen, moet de kwaliteit van het water voldoen aan de volgende parameters,
zoals vereist door de Europese Richtlijn 98/83/EG (betreffende de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie):
•
hardheid tussen 15 en 50 ° F (met name wanneer het water een onthardings- of ontziltingsbehandeling heeft
ondergaan)
•
chloriden tussen 25 en 100 mg/l
•
PH tussen 6.5 en 9.5
•
geleidbaarheid tussen 400 en 1500µS / cm
Sluit het apparaat aan volgens de volgende aanwijzingen (FIG_8-1):
1. koudwaterinlaat (1/2")
2. warmwateruitlaat (1/2")
3. watertoevoer naar het motorkoelcircuit (1/2 ")
4. waterretour van het motorkoelcircuit (1/2")
Minimale waterinlaatdruk: 70 kpa.
Het is raadzaam om de warmwaterleidingen te isoleren: dit voorkomt onnodige verspilling van energie.
Montage terugslagklep / veiligheidsklep: de klep wordt bij het toestel geleverd en niet gemonteerd. Het moet bij de installatie
van het apparaat op de koudwatertoevoer worden gemonteerd. (S - FIG_8-1).
AANDACHT: vervang de meegeleverde veiligheids- en terugslagklep niet door een
terugslagklep (clapet).
AANDACHT: sluit de waterafvoer van het ventiel aan op een rubberen slang met een
binnendiameter van 9,5 mm. Deze afvoerleiding moet worden geïnstalleerd met een constante
neerwaartse helling en op een plaats die beschermd is tegen ijs.
9. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Het apparaat moet worden aangesloten op een eenfasige voeding (let op de juiste spanning: 120V of 230V volgens het
gegevenslabel op het apparaat) en op een goede aardverbinding.
DE BOUWER AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR MOGELIJKE
SCHADE
AARDINGSVERBINDING VAN DE APPARATUUR
Het apparaathet is uitgerust met een stroomkabel met Schuko-stekker. Sluit het netsnoer aan in overeenstemming met de
bedradingsvoorschriften die van kracht zijn in het land waar het apparaat is geïnstalleerd. Gebruik bij vervanging van de
voedingskabel alleen een kabel met dezelfde kenmerken (H05 VV-F - 3x1, 5 mmq).
In het geval vanhet is niet nodig om de Schuko-stekker te gebruiken, het is mogelijk om de stroomkabel door te knippen en
aan te sluiten op een andere stekker of rechtstreeks op de voedingsaansluiting. Zorg ervoor dat u de polariteiten correct
aansluit (FIG_9-1):
Voorzien een bipolaire schakelaar in de buurt van het apparaat om de isolatie van het apparaat mogelijk te maken.
AANDACHT: ZORG VOORDAT U AAN DE THERMOSTAAT WERKT DAT DE
ELEKTRISCHE VOEDING VOLLEDIG IS UITGESLOTEN.
10. GEBRUIKSAANWIJZING
Daar elektrische weerstand is uitgerust met een thermostaat die de volgende dubbele functie heeft:
OF
LETSEL
VEROORZAAKT
• L→ fase (bruine kabel)
• N → neutraal (blauwe kabel)
NEDERLANDSE
DOOR
HET
7-210-0312_libretto_BT_2021-10_testo_NL.docx
GEBREK
AAN