Gebruik van het SET MENU
Instellen van het dynamisch bereik voor
Dolby Digital weergave (* D. Range)
U kunt kiezen uit 3 niveaus voor het dynamisch bereik
(verschil tussen het max. en min. volume) van Dolby
Digital weergave.
Submenu: SP D.R, HP D.R
Beschikbare instellingen: MAX (maximum), STD
(standaard), MIN (minimum)
Standaardinstelling: MAX
MAX: Voor een maximaal dynamisch bereik bij weergave
van de bron.
STD: Dit is de instelling voor het dynamisch bereik die
door de softwarefabrikanten wordt aanbevolen voor
thuisgebruik.
MIN: Deze instelling voor het dynamisch bereik is
geschikt voor het luisteren 's avonds, wanneer u het
volume niet te hoog wilt instellen.
Opmerking
• Afhankelijk van de Dolby Digital software, is het mogelijk
dat het MIN dynamisch bereik niet goed werkt en resulteert
in een uiterst laag volume. In dat geval moet u het dynamisch
bereik instellen op MAX of STD.
Instellen van de volumebalans van de
voorluidsprekers (* L/R Balance)
U kunt de volumebalans van de linker/rechter
voorluidspreker naar wens wijzigen. Deze instelling is
ook van invloed op het geluid dat via de hoofdtelefoon
wordt weergegeven.
Instelbereik: L/R 10 niveaus
Standaardinstelling: Centre
Druk op w om het geluid van de linker voorluidspreker te
verlagen en druk op q om het geluid van de rechter
voorluidspreker te verlagen. U kunt niet het geluid van
een van de voorluidsprekers uitschakelen.
Instellen van de geluidskwaliteit van de
hoofdtelefoon (* HP Tone CTRL)
U kunt de weergave van de lage tonen (BASS) en de hoge
tonen (TRBL) van de hoofdtelefoon naar wens instellen.
Submenu: HP BASS, HP TRBL
Instelbereik (dB): -6 tot +3 dB.
Standaardinstelling: 0 dB
Druk op w om de weergave van de lage of hoge tonen te
versterken. Druk op q om de weergave te verzwakken.
Toewijzen van de ingangsaansluitingen
(* Input Assign)
U kunt de OPTICAL IN aansluiting van uw
CinemaStation toewijzen aan VIDEO 1, VIDEO 2, VCR
of MD/CD-R. Indien een van deze is ingesteld, drukt u
op de toets om het apparaat te bedienen dat op de
92
OPTICAL IN aansluiting is aangesloten. De naam van
de ingangsbron verschijnt overeenkomstig uw selectie.
Beschikbare instellingen: MD/CD-R, VIDEO 1,
VIDEO 2, VCR
Standaardinstelling: MD/CD-R
Opmerkingen
• De modellen voor Groot-Brittannië en Continentaal Europa
hebben enkel VIDEO in plaats van VIDEO 1 en VIDEO 2.
• VIDEO wordt gebruikt als VIDEO 1 in de bovenvermelde
modellen.
Instellen van de ingangsmodus bij
inschakelen (* Input Mode)
Hier stelt u de ingangsmodus in die geldt wanneer er
weergave-apparaten op de digitale en de analoge
aansluitingen zijn aangesloten.
Beschikbare instellingen: AUTO, LAST
Standaardinstelling: AUTO
AUTO: Wanneer uw CinemaStation wordt ingeschakeld,
komt de ingangsmodus automatisch op AUTO te staan.
LAST: De laatst geselecteerde ingangsmodus wordt
toegepast.
Instellen van de helderheid van het
CinemaStation display (* Display set)
Dimmer
U kunt de helderheid van het CinemaStation display
naar wens instellen.
Instelbereik: -4 to 0
Standaardinstelling: 0
Druk op w om de helderheid te verhogen. Druk op q om
de helderheid te verlagen.
In stellen de frequentiestap (* Tuner Step)
(alleen model voor Azië en algemene model)
De grootte van de frequentiestappen tussen de zenders is
in de diverse landen verschillend. Stel de frequentiestap in
overeenkomstig het plaatselijke frequentiestapsysteem.
Beschikbare instellingen: AM9/FM50, AM10/FM100
Standaardinstelling: AM9/FM50
Druk op w of q om de gewenste instelling te kiezen.
Opmerkingen
• Schakel uw CinemaStation uit nadat u de instelling hebt
gewijzigd. De nieuwe instelling wordt geldig wanneer u uw
CinemaStation weer inschakelt.
• Zie de onderstaande lijst voor de frequentiestappen.
—Noord-, Midden- en Zuid-Amerika: AM10/FM100
—Overige landen: AM9/FM50