4. Installatie
a) Bellenvloeistof
• Vul het reservoir vooraan met bellenvloeistof. Respecteer de markeringen.
• Draineer het toestel langs de pomp (zie afbeelding) achteraan wanneer u het lange
tijd niet gebruikt.
b) Zekering
• U mag een zekering enkel plaatsen of vervangen wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Vervang een gesprongen zekering door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde specificaties:
1. Verwijder de zekeringhouder achteraan het toestel met een geschikte schroevendraaier.
2. Verwijder de oude zekering en breng de nieuwe in.
3. Plaats de zekeringhouder weer in de behuizing.
c) Het toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig
nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van
de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het
gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen
ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig aan.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5m rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
5. Gebruik
Schakel het toestel in en uit met de voedingsschakelaar (1). Gebruik het toestel niet continu.
• Stand-alonemodus
Stuur de wielen aan met schakelaar (2) achteraan het toestel. Plaats de
schakelaar op I om de wielen te doen roteren.
• DMX-modus
a. DMX-kanalen
KANAAL 1: roterende wielen => bellenuitstoot
VDP100BM
7
HQPOWER