De normale bediening van dit apparaat omvat mogelijk het hanteren van gevaarlijke chemicaliën of
biologisch schadelijke monsters.
• Stel u voorafgaand aan het gebruik van de stoffen op de hoogte van alle waarschuwingen die op
de originele verpakkingen van de oplossingen en op de veiligheidsinformatiebladen staan.
• Voer alle gebruikte oplossingen af volgens de lokale en nationale richtlijnen en wetten.
• Kies het type beschermende uitrusting dat geschikt is voor de concentratie en hoeveelheid
gevaarlijk materiaal dat wordt gebruikt.
Als het wisserinterval correct is ingesteld voor de applicatie en het wisserprofiel tijdig wordt
vervangen, is extra reiniging van de meetschacht niet nodig.
1. Ga naar het hoofdmenu en selecteer Sensor setup (Sensorinstelling).
2. Selecteer indien nodig de betreffende sensor.
3. Selecteer Maintenance (Onderhoud).
4. Stel de uitgangen in op Hold (Vasthouden).
5. Verwijder de sensor uit de tank of doorstroomeenheid.
6. Ga terug naar het sensormenu en selecteer Diagnostics/Test (Diagnose/Test) > Signals
(Signalen).
7. Spoel de sensor met schoon water.
Als alternatief kunt u een glasreiniger, vetverwijderaar of 5 % zoutzuur gebruiken om de
meetschacht te reinigen op basis van de hoeveelheid en het type verontreiniging. Laat de sensor
5 tot 10 minuten weken in de reinigingsoplossing.
8. Reinig de meetschacht voorzichtig met gedestilleerd water.
Reinig de meetschacht totdat de DExt1- en DExt2-waarden lager zijn dan 15.
9. Selecteer Back (Terug) om terug te gaan naar Diagnostics/Test (Diagnose/Test).
10. Selecteer nogmaals Back (Terug).
11. Selecteer Return sensor to process (Sensor terugkeren naar proces).
Na de automatische wisserreiniging keert de sensor terug naar de meetmodus.
12. Breng de sensor aan in de tank of doorstroomeenheid.
6.3 Vervang het wisserblad
Vervang het wisserblad wanneer een of meer van de volgende omstandigheden zich voordoen:
• Na 25.000 reinigingscycli (A-B-A of B-A-B)
• Na 50.000 reinigingsbewegingen (A-B of B-A)
• als het wisserblad beschadigd is of niet goed werkt.
1. Verwijder de sensor uit de tank of doorstroomeenheid.
2. Ga als volgt naar het onderhoudsmenu:
• SC200- en SC1000-controllers—Ga naar het hoofdmenu en selecteer Sensor setup
(Sensorinstellingen) > Maintenance (Onderhoud).
• SC4500-controller en Claros-interface—Druk op het icoon van het apparaat en selecteer het
Device menu (Apparaatmenu) > Maintenance (Onderhoud).
3. Selecteer Wiper replacement (Wisservervanging).
4. Volg de instructies op het display. Vervang het wisserblad wanneer daarom wordt gevraagd.
Raadpleeg de geïllustreerde stappen in
194 Nederlands
Afbeelding 8
en
Afbeelding
9.