5. UW APPARAAT BEDIENEN
Het is raadzaam om uw apparaat op een plaats te installeren waar de omgevingstemperatuur tussen
10 en 32°C. Als de omgevingstemperatuur boven of onder de aanbevolen temperaturen ligt, kunnen de
prestaties van het apparaat worden beïnvloed en bestaat de kans dat het onmogelijk is om de temperatuur
tussen 5-20°C.
Bedieningspaneel
•
"LIGHT "
Knop voor lichtbediening
•
"POWER"
Aan/uitknop
•
"DISPLAY"
Elektronische display voor de temperatuur
•
"UP"
Afstelknop temperatuur +.
•
"DOWN"
Afstelknop temperatuur –
•
"°C/°F"
Conversie van de temperaturen Celsius / Farenheit
•
"Temperatuurselectie"
Knop om de onmiddellijke keldertemperatuur te bekijken - na 5 seconden terugkeer van de ingestelde
temperatuur.
Temperatuurinstelling
• U kunt de temperatuur die u in het compartiment wenst, kiezen door te drukken op de toetsen "+ / -".
De temperatuur die u wenst te programmeren, wordt bij iedere druk op de knoppen met 1ºC
verhoogt/verlaagd.
• De temperatuur kan worden gekozen tussen 5 en 20°C. Op elk moment is de huidige keldertemperatuur
zichtbaar door de temperatuurselectieknoppen voor 5s in te drukken. Het display knippert ongeveer 5
seconden voordat de ingestelde keldertemperatuur wordt aangegeven.
• In geval van een stroomonderbreking zullen de eerder gekozen temperaturen bewaard blijven.
Wanneer de omgevingstemperatuur 25°C is en de wijnkoeler geen fles heeft, duurt het ongeveer
30 minuten om de temperatuur van de wijnkoeler te verhogen van 5°C naar 12°C. Onder dezelfde
omstandigheden duurt het ongeveer 90 minuten om de temperatuur van de wijnkoeler te verlagen
van 12°C naar 5°C. Hoe lager de temperatuur, hoe minder tijd er nodig is. De insteltemperatuur
van de bovenste zone moet lager zijn dan de onderste zone.
73