Aansluiting en bediening
Waarschuwing
Lees de waarschuwingen en deze gebruikers-
handleiding zorgvuldig door voordat u de
apparatuur aansluit en in gebruik neemt en
bewaar de informatie eventueel voor gebruik
later.
Toegestane installatie
Netaansluiting
Sluit de machine op de juiste netvoeding aan.
Lees ook het typeplaatje (U
1
geel/groen
bruin
zwart
grijs
1
2
Aansluiting van het beschermgas
De gasslang wordt aangesloten op het achterpaneel van de
stroombron (3), en verbonden met de gasvoorziening met een
gasdruk van 2-6 bar tijdens bedrijf. (Opmerking: sommige soorten
drukregelaars vereisen een uitgang gasdruk van meer dan 2 bar
om optimaal te functioneren). Een gascylinder kan geplaatst
worden op de flessendrager aan de achterkant van het onderstel.
Gasverbruik
Afhankelijk van het te lassen product, type verbinding, gassoort en
ontwerp van de lasnaad, zal het gasverbruik variëren van 6-7 l/ min
bij lage ampèrage (<25A) tot 27 l/min bij maximale ampèrage.
Amps/Materiaal
Fe + anders
0-150
6-11
150-300
9-15
300-450
13-19
450-550
17-23
De optimale gasbescherming wordt verkregen en het risico op
poreusiteit en gasturbulentie worden geminimaliseerd als de
machine is uitgerust met IGC – Intelligent Gas Control. Vermijd
onnodig gasverspilling deels door de synergische regeling van
de gasstroom, maar ook door een gecontroleerde start, zodat
er geen overconsumptie van gas optreedt op het startmoment.
Externe omstandigheden kunnen wel van invloed zijn op de
gasbescherming, zoals de grootte van de gascup, de lengte van de
gasslang etc. Het is dus noodzakelijk om een IGC kalibratie uit te
voeren (zie pagina 55).
Het is belangrijk om altijd te zorgen voor voldoende
gasbescherming, zodat er geen verontreiniging in het smeltbad
optreedt. Het is aan te bevelen om een meting uit te voeren van de
gasdoorstroming met een flowmeter (81010000) aan het eind van
de gascup. Pas indien nodig de ingestelde doorstroming aan, aan
de geleverde doorstroming.
) aan de achterkant van de machine.
3 x 400V
3 x 208-440V (boost)
L1
L2
L3
N
3
FCW
CrNi/Cu/Ni
Al
8-14
8-13
15-18
12-18
11-16
16-20
16-24
14-25
18-23
22-27
23-27
20-24
Voltage stabilisatie kit
De stroombron is configureerbaar met een spanningsstabilisatie
kit ter beveiliging tegen grotere spanningsvariaties, bijvoorbeeld bij
gebruik van een generator wanneer de machine is aangesloten op
een aparte voeding.
Materiaalverbruik
Materiaalverbruik (gewicht) kan worden geschat door het product
te berekenen van de lastijd (min), de draaddoorvoersnelheid
(m/ min) en het gewicht per meter van de gebruikte lasdraad.
Lastoorts aansluiten
Aanbevolen kabeldiktes
Lasstroom
DC
200 A
35 mm²
300 A
50 mm²
Lasproces
Afstand tot
werkstuk
(a)
MIG - puls
10 m
MIG - geen puls
30 m
De trolley kan niet worden opgetild
door een kraan.
Ga niet op de handgreep staan.
43
Belangrijk!
Om, wanneer aardkabels en lastoortsen
aan de machine worden aangesloten,
schade aan pluggen en kabels te
voorkomen, is een goed elektrisch
contact vereist (zie tekening).
WAARSCHUWING
Als de schakelaar van de lastoorts
wordt ingedrukt, komt de lasdraad
onder spanning te staan.
PULS
35 mm²
70 mm²
Totale kabellengte
van het lascircuit
(a+b)
a
20 m
60 m
b