NL
BE
bel (11) met een draadstripper.
2. Klap de afdekking (23) naar boven.
3. Sluit het kabeluiteinde van de begren-
zingskabel (11) die van de voorkant
wegloopt en het te maaien gazonge-
bied omgeeft, aan op de contactdoos
(27) met de aanduiding –.
4. Voer het andere uiteinde van de be-
grenzingskabel (11) door de groef (29)
onder het laadstation (17).
5. Sluit dit kabeluiteinde aan op de met +
gemarkeerde contactbus (26).
6. Sluit de netstekker (15) aan op de
stroomvoorziening.
7. Controleer de led (28) op het laadstati-
on.
Brandt de indicator (28) continu groen,
dan is de begrenzingskabel (11) cor-
rect op het laadstation (17) aangeslo-
ten.
Laat bij het leggen van de begren-
zingsdraad (11) deze 0,5 - 1 mm
langer dan nodig om draad over te
houden voor correcties.
Leg de "eruit stekende" resten van
de begrenzingskabel niet samen.
Het kan storingen en defecten in de wer-
king van de grasmaaier veroorzaken.
Laadstation bevestigen
Zet het laadstation en de laadstation-stoot-
stang (18) vast met de bevestigingsspij kers
(12).
De laadstation-stootstang (18) wordt aan
de zij kant van het laadstation buiten het
afgebakende maaiveld bevestigd.
De werkbereik-indicator (31) van het laad-
station moet zich binnen het afgebakende
maaiveld bevinden.
118
Accu plaatsen/
vervangen
Bij het vervangen van de accu:
Schakel het apparaat uit en wacht
tot de messen tot stilstand zij n gekomen. Er
bestaat een risico op lichamelij k letsel.
Als de accu beschadigd is, be-
staat er gevaar voor letsel door
ontsnappende accuvloeistof! Bij oog- of
huidcontact de aangetaste plekken met
water of neutralisator afspoelen en een
arts raadplegen.
1. Draai de grasmaaier om.
2. Open het accuvak (32) door de 4
schroeven aan de onderkant van het
apparaat los te draaien.
3. Verwij de zo nodig de lege accu (33).
4. Plaats een geladen accu.
5. Sluit het accuvak (32) opnieuw.
Bedrij f
Inbedrij fstelling
Grasmaaier inschakelen
1. Houd de START-knop (3) ongeveer 3
seconden ingedrukt totdat het display
(10) oplicht.
2. Stel de gewenste taal in. Selecteer met
de pij ltoetsen (6) en bevestig uw keuze
met de OK-toets (7).
3. Stel de datum en tij d in met de pij ltoet-
sen (6).
Bevestig met de OK-toets (7). Met de
OK-toets (7) kan door de afzonderlij ke
posities worden genavigeerd.
De datum en tij d moet correct inge-
steld zij n om ervoor te zorgen dat
de ingestelde bedrij fstij d correct
functioneert.