Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksin-
stellingen van de parameters hersteld.
• Dubbel puls.
Uitsluitend in het geval van synergetische MIG/MAG-
lasprocessen. Tijdens dit lasproces varieert de inten-
siteit van de stroom tussen de twee niveaus. Voordat
u het lassen met een dubbele puls instelt, moet u een
korte lasnaad maken om de snelheid van de draad en
de stroom voor de optimale penetratie en de breedte
van de lasnaad voor de gewenste verbinding te kunnen
bepalen.
Op deze manier bepaalt u de waarde van de snelheid
voor de voortgang van de draad (en dus de stroom)
waar de in te stellen meters per minuut bij worden op-
geteld of van worden afgetrokken.
Houd er rekening mee dat een correcte lasnaad een
overlapping van twee "mazen" van minstens 50% ver-
eist.
Frequentie
0,1 Hz
Pulsehoogte
0,1 m/min
Pulselengte
Booglengte
correctie
Frequentie van de dubbele puls.
De frequentie in Hertz is het aantal periodes per mi-
nuut.
Een periode is het moment dat de snelheid van hoog
naar laag en omgekeerd wijzigt.
De lage snelheid penetreert niet en wordt door het las-
apparaat gebruikt voor de verplaatsing tussen twee
mazen. De hoge snelheid, gelijk aan de maximale
stroom, penetreert en verricht de maas. In dit geval
komt het lasapparaat tot stilstand en verricht de maas.
Pulsehoogte: de breedte van de variatie van de snel-
heid in m/min.
3300510/D
MIN
MAX
5,0 Hz
3,0 m/min
1,0 m/min
25%
75%
-9,9
9,9
De variatie bepaalt de optelling of aftrekking in m/min
van de eerder beschreven referentiesnelheid. Net als in
het geval van de andere parameters zal de maas lan-
ger worden en neemt de penetratie toe als u het aantal
laat toenemen.
Pulselengte. Dit is de tijd van de dubbel puls uitge-
drukt in percentage. Dit is de tijd van de grootste snel-
heid/stroom ten opzichte van de duur van de periode.
Net als de andere parameters bepaalt deze de diame-
ter van de maas en dus de penetratie.
Boogcorrectie. Bepaalt de lengte van de boog van de
grootste snelheid/stroom.
Let op: voor een goede afstelling is de lengte van de
boog voor beide stromen gelijk.
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draai-
en. Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de
toets te drukken.
Met een druk op de toets worden de fabrieksinstel-
lingen van de parameters hersteld.
• Gasvoorstroom.
De instelling kan variëren van 0 tot 10 seconden
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draai-
en. Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de
DEF
toets te drukken.
1,5 Hz
Met een druk op de toets worden de fabrieksinstel-
lingen van de parameters hersteld.
50%
• Gasnastroom.
0,0
De instelling kan variëren van 0 tot 25 seconden
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draai-
en. Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de
toets
Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksin-
stellingen van de parameters hersteld.
te drukken.
153/160