Accu-lader
Beschermklasse II
Beschadigde en/of verwijderde elektrische
of elektronische apparaten bij de daarvoor
bestemde recyclingplaatsen afleveren
Veiligheidsadviezen
Waarschuwing
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Als
de waarschuwingen en voorschriften niet worden op-
gevolgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen
en voorschriften voor toekomstig gebruik.
Houd kinderen en andere personen en dieren op afstand
tijdens het gebruik van het apparaat. De minimale veilig-
heidsafstand bedraagt 5 m.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Draag geschikte werkkleding zoals vast schoeisel met
antislipzool, een robuuste lange broek, handschoenen,
een veiligheidsbril en gehoorbescherming!
Draag veiligheidshandschoenen als dit nodig is.
Gebruik het apparaat enkel bij daglicht of in een goed
verlichtte omgeving.
Het apparaat moet voor gebruik zorgvuldig worden
gecontroleerd. Werk uitsluitend met apparaten die in
perfecte staat zijn. Als u een defect aan het apparaat
opmerkt dat mogelijk een gevaar kan vormen voor de
gebruiker, mag het apparaat pas worden gebruikt nadat
het defect is verholpen.
Controleer zorgvuldig de plaats waar de machine wordt
gebruikt en verwijder alle voorwerpen die gegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand
te werk bij het gebruik van het elektrische gereed-
schap. Gebruik geen elektrisch gereedschap wanneer u
moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of
medicijnen.
Nooit bij een draaiend apparaat onder de kast grijpen.
Houd altijd afstand van de uitwerpopening.
De laadapparaten zijn uitsluitend geschikt voor het
laden van de navolgende wisselaccu's:
Brandstof is licht ontvlambaar:
Bewaar brandstof slechts in daarvoor goedgekeurd
jerrycans.
Machine uitsluitend buiten tanken en niet in de
buurt van open vuur, resp. brandende sigaretten.
Tank vóór het starten van de machine. Bij draaiende
en/of warme motor mag niet getankt of de tankdop
geopend worden.
Let op dat er geen brandstof gemorst wordt, Indien
brandstof overgelopen is, mag de motor niet gestart
worden Verwijder het apparaat van de vervuilde
plaats en vermijd willekeurige ontsteekpogingen tot
de brandstofdampen zijn verdampt.
De motor moet voor de eerste inbedrijfstelling steeds
met motorolie worden gevuld.
Controleer voor ieder gebruik het oliepeil. Vul indien
nodig motorolie bij.
Risico van vergiftiging!
Uitlaatgassen, brandstoffen en smeermiddelen zijn
giftig. Het inademen van uitlaatgassen kan dodelijk
zijn!
Gebruik het apparaat enkel in de open lucht en nooit
in gesloten of slecht geventileerde ruimten.
De machine niet in een afgesloten ruimte gebruiken
omdat zich daar de gevaarlijke koolmonoxidegassen
kunnen ophopen.
Controleer het apparaat altijd eerst visueel voordat u het
gaat gebruiken om er zeker van te zijn dat het apparaat
en met name de snijelementen, de bevestigingsonder-
delen of de volledige snijeenheid onbeschadigd zijn.
De grasmaaier mag niet worden gebruikt zonder dat
de volledige grasopvanginrichting of de zelfsluitende
veiligheidsinrichting voor de uitwerpopening is aange-
bracht.
Controleer vóór ieder inbedrijfstelling alle
schroef- en steekverbindingen evenals bescher-
mingsinrichtingen op vastheid en juiste plaatsing en
of alle lichtdraaiend zijn.
Controleer voor ieder gebruik alle startvergren-
delingen en tastschakelaars op correcte werking.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te demonte-
ren, het gebruiksdoel te veranderen of vreemde
beschermingsinrichtingen aan te brengen.
Het is streng verboden verzegelde elementen
voor het motortoerental te veranderen/manipuleren.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als het
beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang
versleten of beschadigde
onderdelen.
Start de motor enkel dan als uw voeten op een veilige
afstand van de maaiwerktuigen zijn.
NEDERLANDS
65