Ingebruikneming
Koelen en
ontvochtingen
Mode
21
Speed
22
23
Stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen door middel van de
toets "Inschakelen / Uitschakelen".
Kiezen voor de optie «koelen», met de toets
"mode", Fig. 21.
De koelsnelheid kiezen, middels de toets
"speed". Fig. 22.
a
Attentie!
Bij de automatische werkwijze kan de snelheid
van de ventilator vanzelf variëren, zonder de
noodzaak van het bedieningspaneel.
De gewenste temperatuur instellen op de
thermostaa met behulp van de toetsen
Fig. 23.
Het apparaat koelt de kamerlucht en ontvochtigt
deze tegelijkertijd- en zorgt zo voor een
aangenamer klimaat in de kamer.
Wanneer de thermostaatregeling het apparaat
uitschakelt, gaat het automatisch weer lopen
zodra de kamertemperatuur 2 graden stijgt.
Het condenswater dat gedurende dit proces
onstaat, wordt naar buiten geleid en afgevoerd,
om te verdampen in de condensor.
Indien het rode waarschuwingslampje knippert:
Het condenswater heeft zich ten onrechte
opgehoopt in het reservoir van het binnendeel.
maximale koelsnelheid.
geruisloze koeling.
automatische werkwijze: teneinde maximaal
comfort te bereiken, regelt het apparaat
automatisch de werksnelheid, al naar gelang
de heersende temperatuur in de kamer.
en
,
81