NL
3 Het Gebruik
• In de volgende gevallen wordt een controlemeting met
een conventionele koortsthermometer aanbevolen:
1. wanneer het meetresultaat verrassend laag is;
2. bij pasgeboren baby's in de eerste 100 dagen;
3. bij kinderen onder de drie jaar met een beperkt
immuunsysteem of die bij het optreden resp. het
niet-optreden van koorts zorgwekkend reageren;
4. wanneer de gebruiker het apparaat voor het eerst
gebruikt of nog moet wennen aan het juiste
gebruik.
De thermometer is klinisch getest en de veiligheid en de
precisie zijn getest en bevestigd, indien hij wordt gebruikt
zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
1. Zet de keuzeschakelaar
modus voor de meting van de lichaamstemperatuur
stellen.
2.
3.
4.
5. Om met de meting te beginnen, richt u de sensor
afstand, die niet meer bedraagt dan 5 cm op het midden van
het voorhoofd. Wanneer het voorhoofd is bedekt met haren,
transpiratie of vuil, dan moet u deze eerst verwijderen, om de
meetnauwkeurigheid te optimaliseren.
92
AANWIJZINGEN,
voor nauwkeurige meetresultaten:
(Vervolg)
Druk de IN/UIT-knop
wordt geactiveerd. Het apparaat voert een
zelftest uit, waarbij kort alle schermtekens
worden aangegeven.
Vervolgens wordt het laatste opgeslagen
meetresultaat samen met het M-symbool (M
= memory/geheugen) voor ca. 2 seconden
weergegeven.
Wanneer een korte pieptoon klinkt en het
symbool voor de maateenheid °C samen met
het symbool voor de referentieplek op het
lichaam knippert, is het thermometer klaar
voor de meting.
in de bovenste positie, om de
in. Het lcd-scherm
in te
met een