nl | 170 | SCT 815 S5/S6
1
(1) Afstand tot voertuig
(2) Hoogte van de tripelspiegel
(3) Offset ten opzichte van langsmiddenniveau voertuig
VOORZICHTIG – Gevaar voor letsel door vallende ob‐
jecten van.
3. Lijnlaser altijd met de vangkabel borgen.
4. SCT 815 S5/S6 met behulp van laserafstandsmeter
op aangegeven afstand tot het voertuig positioneren.
5. SCT 815 S5/S6 met de luchtbelwaterpas op de hou‐
der voor de lijnlaser en de weergave van de helling‐
hoek de laserafstandsmeter nivelleren.
6. SCT 815 S5/S6 met behulp van de lijnlaser tot het
langsmiddenniveau van het voertuig uitlijnen.
7. Nivellering van SCT 815 S5/S6 en de afstand tot het
voertuig controleren en eventueel corrigeren.
8. Met behulp van de laserafstandsmeter de opgegeven
hoogte van de tripelspiegel instellen.
9. Tripelspiegel met de offset ten opzichte van het
langsmiddenniveau voertuig op de klemhouder ver‐
schuiven.
– Indien de offset tot het langsmiddenniveau van
het voert groter is dan 25 cm, SCT 815 S5/S6 met
behulp van twee hulplijnen met de betreffende
offset ten opzichte van het langsmiddenniveau
voertuig verschuiven.
10. Houder voor de laserafstandsmeter verwijderen.
11. Lijnlaser verwijderen.
De metalen oppervlakken van de houder voor de
laserafstandsmeter en de lijnlaser kunnen de kali‐
bratie verstoren.
12. Radarsensor met behulp van een diagnosesoftware
kalibreren.
---Separator---
4.2
Lijnlaser op SCT 815 S5/S6 bevesti‐
gen
(1)
1. Positioneerpen
op de houder voor de lijnlaser
aanhouden.
(2)
2. Boorbussen
aan de onderzijde van de lijnlaser
aanhouden.
1 689 989 475 | 2023-06-28
2
3
5
4
1 1
3
(1) Positioneerpennen
(2) Boorbussen
(3) Magneet
(4) Vangkabel
(5) Borgring
3. Lijnlaser met de boorbussen op de positioneerpen‐
nen positioneren.
Lijnlaser wordt door de magneet
aangetrokken.
Positioneerpennen zitten in de boorbussen van de
lijnlaser.
Lijnlaser zit vast op de houder en kant niet wor‐
den verdraaid.
(4)
4. Vangkabel
aan de houder voor de lijnlaser aan de
(5)
borgring
van de lijnlaser bevestigen.
Lijnlaser is geborgd tegen vallen.
---Separator---
4.3
Afstand van SCT 815 S5/S6 tot voer‐
tuig instellen
De afstand van SCT 815 S5/S6 tot het voertuig wordt in
de betreffende beknopte handleiding opgegeven. De
voertuigspecifieke afstand bevindt zich in de kolom met
het volgende pictogram.
1. Betreffende beknopte handleiding gebruiken.
2. De afstand van SCT 815 S5/S6 tot het betreffende
voertuig uitlezen.
3. SCT 815 S5/S6 op de geleidingsstangen optillen en
op het oog op de aangegeven afstand midden voor
het voertuig plaatsen.
4. Houder voor laserafstandsmeter
(2)
positioneren.
2 2
(3)
in de houder
(1)
op tripelspiegel
Robert Bosch GmbH