Tracks/bestanden aan het eind van het
programma toevoegen
1
Druk in stopmodus meerdere malen op
de toets MEMORY om het nummer weer
te geven, wat één hoger is dan het laatste
programmanummer.
Bij gebruik van een audio-CD knipperen het track-
nummer en de MEMORY-indicator.
Bij gebruik van MP3/WMA-bestanden knipperen het
mapnummer, bestandsnummer en de MEMORY-
indicator.
2
Druk op de toets bladeren/zoeken (.m/
,/) om een track/bestand te kiezen.
3
Druk op de toets MEMORY.
De track/het bestand wordt toegevoegd aan het eind
van het programma.
2
1
3
Een track/bestand in het programma
wijzigen
1
Als geprogrammeerd afspelen is gestopt,
druk dan meerdere malen op de toets
MEMORY, totdat het programmanummer
van de track of het bestand dat u wilt wijzi-
gen in de display verschijnt.
2
Gebruik de toetsen bladeren/zoeken
(.m/,/) om de track te kiezen
die u wilt gebruiken als vervanging in het
programma.
3
Druk op de toets MEMORY.
De gekozen track of het gekozen bestand wordt
toegevoegd op de geselecteerde programmanum-
merplaats en vervangt het track/bestand dat daar was
geprogrammeerd.
2
1
3
181