3 PRESENTATIE VAN DE INSTALLATIE
3.1 Voorpaneel
1
Spannings verlagingscomponent VRD
Zorgt ervoor dat de nullastspanning naar een veilig
niveau wordt gebracht.
2
Algemeen alarm
Geeft aan dat het beveiligingssysteem een mogelijke
storing constateert zoals bij voorbeeld bij een te hoge
temperatuur.
3
Ingeschakeld
Geeft aan dat de boogspanning is geactiveer.
4
Las parameters
Niet gebruikt
Stroom
5
7-segmenten display
Zorgt ervoor dat u de waarden van de parameters
kunt aflezen tijdens het opstarten van de machine, de
instellingen, de stroomtoevoer en de voltage tijdens het
lassen, en de alarm codes.
6
Belangrijkste instellingsknop
Zorgt ervoor dat de las stroom (MMA) doorlopend kan
worden aangepast.
Staat het opstarten toe. De keuze en de instelling van
de las parameters.
7
Niet gebruikt
8
Las-proces
Zorgt voor de keuze van las proces.
Elektrode lassen (MMA)
2 fasen
Niet gebruikt
4 fasen
Niet gebruikt
Slijpen (alleen met 854 actief)
Selectie LED = uit
9
Draadtoevoer
Niet gebruikt
10
Gas test knop
Niet gebruikt
11
Inductantie (weerstand bij wisselstroom)
Niet gebruikt
12
Soft start
Niet gebruikt
Terug branden
Niet gebruikt
3.2 Set up
Zorgt voor het instellen en regelen van een serie extra parame-
ters voor een betere en meer nauwkeurige controle van het las-
systeem. De instelling van de parameters is afhankelijk van het
geselecteerde lasproces en hebben een numerieke codering.
Beginnen met de set up: door de codeerknop 5 seconde in
te drukken.
Selectie en instelling van de gewenste parameters: door de
codeerknop te draaien totdat de numerieke code voor de para-
meter weergegeven wordt. Als de codeerknop op dat moment
wordt ingedrukt wordt de ingestelde waarde voor deze parame-
ter weergegeven en ingesteld.
Set up verlaten: om het gedeelte 'regeling' te verlaten de
codeerknop opnieuw indrukken.
Om de set up te verlaten: ga naar parameter "O" (opslaan en
afsluiten) en druk op de codeerknop.
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te verlaten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
3
Hot start
Voor het regelen van de waarde van de hot start in
MMA. Voor een min of meer warme start in de fases
van de ontsteking van de boog wat de startprocedure
makkelijker maakt.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 80%
7
Lasstroom
Voor het afstellen van de lasstroom.
Uitgedrukt in Ampères (A)
Minimaal 3A , maximaal Imax, fabrieksinstelling 100A
8
Arc force
Voor het regelen van de waarde van de Arc force in
MMA. Voor een min of meer krachtige dynamische
reactie tijdens het lassen waardoor het werken voor de
lasser gemakkelijker wordt.
Door de waarde van de arc-force te verhogen wordt de
kans op vastkleven van de electrode verlaagd.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 30%
204
Dynamic power control (DPC)
Maakt het mogelijk de gewenste V/A karakteristiek te
selecteren.
I =C Constante boog
De toe- of afname van de booglengte heeft geen effect
op de lasstroom.
Basisch, Rutiel, Acid, Staal, Gietijzer
93