Plast Coat HP 30
• Zet de PC HP 30 weer rechtop en steek de stekker in het
stopcontact.
• Ontkoppel het spuitpistool en de slangzweep van de hoge-
drukslang.
• Duw de reinigingskogel met een stomp voorwerp (bijv.
de punt van de sproeier) in de hogedrukslang en sluit de
hogedrukslang weer aan.
• Vul het water in de container.
• Keuzeschakelaar op "F" zetten.
• Houd het uiteinde van de slang over de emmer totdat de
reinigingskogel uit de hogedrukslang komt.
• Herhaal de reinigingsprocedure meerdere malen, afhanke-
lijk van het gebruikte coatingmateriaal.
• Keuzeschakelaar op "0" zetten.
• Hogedrukslang van de pompeenheid loskoppelen.
Bij langere opslag moet de pompeenheid
altijd met een conserveringsmiddel worden
gevuld. Anders kan de stator vast komen
te zitten op de rotor en moet deze worden
vervangen. Gebruik voor de conservering al-
leen Wagner PlastGuard longlasting (art. nr.
2399 960, onverdund).
• Doe 5 liter van het juiste conserveringsmiddel in het reser-
voir toe en schakel de pomp kort in (rotor en stator moeten
volledig bedekt zijn).
• Sluit de slangaansluiting met de afsluitdop.
• Spuitpistool volgens de aanwijzingen in de handleiding van
het spuitpistool reinigen.
9
ONDERHOUD
LET OP! Voorafgaand aan alle onderhoudswerk-
zaamheden moet de machine door het verwij-
deren van de netstekker spanningsloos worden
geschakeld omdat er anders gevaar voor kort-
sluiting kan bestaan! Wacht tot het groene be-
drijfslampje uitgaat.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitge-
voerd door gekwalificeerd, op basis van oplei-
ding en ervaring geschikt personeel. Het ap-
paraat moet na elke reparatie door een elektro-
technisch vakbekwaam persoon worden gecon-
troleerd.
De machine is zo geconstrueerd dat er minimaal onderhoud
is vereist. Regelmatig moeten echter de volgende werkzaam-
heden worden uitgevoerd resp. componenten worden gecon-
troleerd:
9.1
MECHANISCH ONDERHOUD
• Houd de schroefdraad op de pompeenheid schoon.
• De afdichtingen van alle koppelingen en verbindingsstuk-
ken moeten worden gecontroleerd op lekkage. Versleten
afdichtingen moeten zonodig worden vervangen.
• Voor elk gebruik moeten de volgende onderdelen worden
gecontroleerd op beschadigingen:
- Hogedrukslang
- Netkabel
- Besturingseenheid
9.2
ELEKTRISCH ONDERHOUD
• De elektrische aandrijving en de luchtspleten daarvan moe-
ten altijd schoon worden gehouden en mogen niet met wa-
ter worden gereinigd. Gevaar voor kortsluiting.
9.3
LANGE PERIODE VAN NIET-GEBRUIK
Wanneer de machine gedurende lange tijd niet wordt ge-
bruikt moet deze grondig worden gereinigd en tegen corro-
sie worden beschermd. Bewaar het apparaat op een droge en
vorstvrije plaats.
Bij werkonderbrekingen/opslag moet de
pompeenheid altijd met conserveringsmid-
del zijn gevuld. Anders kan de stator zich aan
de rotor vastzetten en de pomp beschadi-
gen. Gebruik bij onderbrekingen en langdu-
rige opslag PlastGuard longlasting (art. nr.
2399 960, onverdund).
NL
ONDERHOUD
13