4
Plaats het filter terug in het apparaat (afb� f)�
5
Maak de achterplaat opnieuw vast (afb� g)�
6
Raak de knop
7
Houd de knop voor het controleren/resetten van de filterstatus
3 seconden ingedrukt om de schoonmaaktijd van het filter te resetten
(afb� })�
8
Was uw handen grondig na het schoonmaken van het filter (afb� ~)�
Het filter vervangen
Opmerking:
• Het filter mag niet worden afgewassen of hergebruikt�
• Ruik niet aan het filter, aangezien hier verontreinigingen in zijn verzameld�
Als het filter moet worden vervangen, brandt het waarschuwingssignaal voor
het vervangen van het filter
1
Vervang het filter door een Philips NanoProtect serie 3-filter (FY2180/30)�
Volg hierbij de stap in het hoofdstuk 'Het filter plaatsen' �
2
Raak de knop
3
Houd de knop
te resetten (afb� €)�
4
Was uw handen grondig nadat u het filter hebt vervangen (afb� ~)�
Filter resetten
U kunt het filter ook vervangen voordat er een waarschuwingssignaal (
het scherm wordt weergegeven� Nadat u het filter hebt vervangen, moet u de
levensduurteller van het filter handmatig resetten�
1
Houd de aan-uitknop
schakelen en haal de stekker uit het stopcontact (afb� h)�
2
Steek de stekker in het stopcontact (afb� )�
3
Houd binnen 15 seconden na het starten de knoppen
ingedrukt om de levensduurteller van het filter te resetten (afb� ‚)�
5 Opbergen
1
Schakel de luchtzuiveraar uit en haal de stekker uit het stopcontact�
2
Maak de luchtzuiveraar, de deeltjessensor en de buitenkant van het filter
schoon (raadpleeg het hoofdstuk 'Schoonmaken en onderhoud')�
3
Laat alle onderdelen goed opdrogen voordat u ze opbergt�
4
Wikkel het filter in luchtdichte plastic zakken�
NL
84
aan om het apparaat in te schakelen (afb� h)�
rood (afb� )�
aan om het apparaat in te schakelen (afb� h)�
3 seconden ingedrukt om de vervangingstijd van het filter
3 seconden ingedrukt om het apparaat uit te
) op
en
3 seconden