Domo OFDO1115BL Manual De Instrucciones página 10

PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Probleem
De lampjes op de display
branden niet.
Het lampje van het
gekozen programma
knippert, maar het toestel
doet niets.
Het toestel valt uit.
Je hoort meerdere malen
een pieptoon en het
lampje van het gekozen
programma knippert.
Het voedsel is
verbrand.
De foutmelding 'E1'
verschijnt op de display.
VEELGESTELDE VRAGEN
Kan ik koude soepen, zoals gazpacho, maken in de soepblender?
Dit kan. Je kan kiezen tussen de programma's "chunky", "smooth", "extra smooth". De soep zal eerst
gekookt worden. Nadien kan je de soep laten afkoelen in de ijskast. Met het "juice" programma kan je de
soep ook koud bereiden.
De soepblender stopt met werken.
Het apparaat heeft een veiligheid tegen oververhitting. Wanneer het toestel oververhit raakt, zal het
toestel uitschakelen. Dit kan gebeuren wanneer je meerdere malen soep na elkaar maakt en het toestel
niet voldoende afkoelt na elke kookcyclus. Wanneer dit gebeurt, volstaat het om de blender leeg te
maken en deze ongeveer een half uur te laten afkoelen. Je toestel zal nu terug werken.
Ook wanneer je de blend-functie langer dan 20 seconden gebruikt, zal deze veiligheid ingeschakeld
worden. In dit geval wacht je 10 seconden.
10
DO1115BL
Oorzaak
Er is een probleem met de
aansluiting.
Er zitten te veel
ingrediënten in de blender
waardoor het deksel niet goed
geplaatst is.
Je hebt het programma niet
bevestigd met de startknop.
Je gebruikt te weinig vocht.
Je gebruikt te veel vocht.
De overloopsensor is vuil.
Je hebt de blender niet gevuld
tussen de min- en max-
aanduiding.
Er zijn te veel ingrediënten in
de kan.
Oplossing
Controleer of het netsnoer
correct geplaatst is.
Verwijder enkele ingrediënten zodat
het deksel goed afsluit.
Druk op de startknop.
Het toestel bevat een
droogkookbeveiliging. Het toestel
zal uitschakelen wanneer er te weinig
vocht gebruikt wordt.
Het toestel heeft een sensor die
ervoor zorgt dat het toestel niet kan
overlopen. Giet wat vocht uit de
soepmaker.
Maak de sensor proper met een
vochtige doek.
Zorg ervoor dat de bodem steeds
bedekt is met vocht, tot tussen de
min- en max-aanduiding.
Zorg ervoor dat de inhoud van de
kan zich tussen het minimum- en
maximumniveau bevindt.