Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NEDERLANDS
BEDIENING
In- en uitschakelen (fi g. 1)
Plaats de laser op een vlak oppervlak wanneer de laser uitgeschakeld
is. Dit model heeft drie AAN/UIT-schakelaars, één voor een horizontale
laserlijn (c), één voor een verticale laserlijn (d) en één voor een verticale
laserlijn aan de zijkant (e). Elke laser wordt aangezet door op zijn AAN/
UIT-schakelaar te drukken. De laserlijnen kunnen individueel aangezet
worden of allemaal tegelijkertijd. Druk nogmaals op de AAN/UIT-
schakelaars om de laserlijnen uit te zetten.
De laser gebruiken
De laserstralen zijn waterpas of loodrecht zolang de kalibratie is
gecontroleerd (zie Kalibratie ter plaatse) en als de laserstraal niet
knippert (zie Kantelbewaking indicator).
KANTELBEWAKING INDICATOR (FIG. 2)
De MLL 150 laser is ontworpen om zelfstandig uit te lijnen. Als de laser
zover is gekanteld dat het zichzelf niet meer kan uitlijnen (gemiddeld
> 4°), zal de laserstraal gaan knipperen. De knipperende laserstraal
geeft aan dat de laser te ver is gekanteld en NIET WATERPAS STAAT
(OF LOODRECHT), EN DAT HIJ NIET GEBRUIKT MAG WORDEN OM
TE BEPALEN OF IETS WATERPAS (OF LOODRECHT) IS. Probeer de
laser op een vlakkere ondergrond te zetten.
DE LASER KANTELEN
Als de MLL 150 laser verder is gekanteld dan 15° zullen de laserstralen
langer aanblijven tijdens het knipperen, dit maakt het makkelijker om
met een hoek te werken.
DE DRAAIBEUGEL GEBRUIKEN (FIG. 1)
De MLL 150 laser heeft een magnetische draaibeugel (f) die permanent
vastzit aan het apparaat. De beugel maakt het mogelijk om het
apparaat te monteren tegen elk recht oppervlak dat is gemaakt van
staal of ijzer. Voorbeelden van geschikte ondergronden zijn bijvoorbeeld
stalen frames, stalen deuren en stalen balken. De beugel heeft ook
een sleutelgat (g) dit zorgt ervoor dat het apparaat aan een spijker of
schroef gehangen kan worden of aan elk andere soort ondergrond.
62
Publicidad
