Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van elektrische machines altijd de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel.
Lees ook onderstaande instructies aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel elektrische machines niet bloot aan vocht. Zorg dat de
werkomgeving goed is verlicht. Gebruik elektrische machines niet in de
buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
3 Voorkom een elektrisch schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten). Onder extreme werkomstandigheden
(bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van metaalstof, enz.) kan de
elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-(FI)-
schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden.
4 Houd kinderen uit de buurt
Laat andere personen niet aan de machine of het verlengsnoer komen.
Onder 16 jaar is supervisie verplicht.
5 Verlengsnoeren voor gebruik buitenshuis
Gebruik buitenshuis uitsluitend voor dit doel goedgekeurde en als
zodanig gemerkte verlengsnoeren.
6 Berg de machine veilig op
Berg niet in gebruik zijnde elektrische machines op in een droge,
afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
7 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Draag bij het werken
buitenshuis bij voorkeur rubber werkhandschoenen en schoenen met
profielzolen. Houd lang haar bijeen.
8 Draag een veiligheidsbril
Gebruik ook een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij
stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
9 Let op de maximum geluidsdruk
Neem voorzorgsmaatregelen voor gehoorbescherming wanneer de
geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt.
10 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen worden
bediend.
11 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste stabiele houding.
12 Voorkom onbedoeld inschakelen
Draag een op het net aangesloten machine niet met de vinger aan de
schakelaar. Laat de schakelaar los wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt.
13 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk. Gebruik de
machine niet als u niet geconcentreerd bent.
14 Trek de stekker uit het stopcontact
Schakel de stroom uit en wacht totdat de machine volledig stil staat
voordat u deze achterlaat. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u de machine niet gebruikt, tijdens onderhoud of bij het vervangen van
accessoires.
15 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
16 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
54
Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt
voor het beoogde doel.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend voor het beoogde doel.
17 Gebruik het snoer niet verkeerd
Draag de machine nooit aan het snoer. Trek niet aan het snoer om de
stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt
van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Controleer regelmatig het snoer en laat dit
bij beschadigingen door een erkend D
Controleer het verlengsnoer regelmatig en vervang het in geval van
beschadiging. Houd de bedieningsorganen droog en vrij van olie en vet.
19 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine vóór gebruik zorgvuldig op beschadigingen om
er zeker van te zijn dat deze naar behoren zal functioneren. Controleer
of de bewegende delen niet klemmen, verdraaid of gebroken zijn.
Ga na of de accessoires en hulpstukken correct zijn gemonteerd en of
aan alle andere voorwaarden voor een juiste werking is voldaan.
Ga bij vervanging of reparatie van beschadigde veiligheidsinrichtingen
of defecte onderdelen te werk zoals aangegeven.
Gebruik geen machine waarvan de schakelaar defect is. Laat de
schakelaar vervangen door een erkend D
20 Wendt u voor reparaties tot een erkend D
Deze elektrische machine voldoet aan alle geldende
veiligheidsvoorschriften. Ter voorkoming van ongevallen mogen reparaties
uitsluitend door daartoe bevoegde technici worden uitgevoerd.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor tafel-, afkort- en
verstekzaagmachines
• Gebruik de zaagmachine niet voor het zagen van andere materialen
dan aluminium, hout en soortgelijke materialen.
• Sluit de machine bij het zagen van hout op een stofafzuiginstallatie aan.
• Kies het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal.
• Gebruik correct geslepen zaagbladen. Houd rekening met het
maximumtoerental, dat op het zaagblad is vermeld.
• Gebruik uitsluitend zaagbladen die door de fabrikant worden
aanbevolen en die in overeenstemming zijn met de norm EN 847-1.
• Controleer of de vloer rond de machine vlak, goed onderhouden en vrij
van losse objecten als spaanders en houtafval is.
• Controleer of er voldoende algemene of lokale verlichting aanwezig is.
• Draag indien nodig persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals:
- gehoorbescherming om het gevaar van gehoorbeschadiging te
verkleinen;
- een stofmasker om het gevaar van inademen van schadelijk stof te
verkleinen;
- handschoenen om zaagbladen en ruwe werkstukken vast te houden.
Zaagbladen dienen indien mogelijk altijd in een houder te worden
gedragen.
• Probeer nooit om afvalstukken of andere delen van het werkstuk uit de
omgeving van het zaagblad te verwijderen zolang de machine in bedrijf
is en de zaagkop zich niet in de rustpositie bevindt.
• Vervang het tafelinzetstuk als het versleten is.
• Geef eventuele storingen aan de machine, de beveiligingen en het
zaagblad zo spoedig mogelijk aan uw dealer door.
• Vergewis u er in verstekzaagmodus van dat het bovenste deel van het
zaagblad volledig is afgeschermd. Gebruik de machine uitsluitend als
de beschermkappen correct zijn aangebracht, goed werken en naar
behoren zijn onderhouden.
• Controleer in de tafelzaagmodus of de zaagarm naar behoren in de
werkpositie is bevestigd.
N E D E R L A N D S
Walt Service-center repareren.
E
WALT Service-center.
E
WALT Service-center
E
nl - 2