9. Onderhoud
Reparaties aan dit toestel mogen uitsluitend door gekwalificeerde vakmensen
worden uitgevoerd.
Tip:: B ij verstoorde functies van het meettoestel test u:
‐ Functie en polariteit van de batterij
‐ Functie van de zekeringen (indien aanwezig)
‐ Of de testkabels volledig tot de aanslag zijn ingestoken en in goede toestand
zijn. (Controle via doorgangstest)
De batterij(en) vervangen
Zodra het batterijsymbool of BATT op het display verschijnt, vervangt u de batterij.
Opgelet: Voor het openen van het toestel verwijdert u de testkabels van alle
spanningsbronnen en schakelt u het toestel uit!
1.
Verwijder de rubberen beschermhuls en open de schroeven van het
batterijvak of het zekeringenvak met een geschikte schroevendraaier.
2.
Steek de batterij in de houder en let hierbij op de juiste polariteit.
3.
Steek het deksel van het batterijvak terug en schroef het vast.
4.
Breng lege batterijen op de juiste plaats binnen.
5.
Als u het toestel langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterij.
Reiniging
Bij vervuilingen moet u het toestel met een vochtige doek en wat gewoon
schoonmaakmiddel reinigen. Let erop, dat er geen vloeistof in het toestel komt!
Geen agressieve reinigings‐ of oplosmiddelen gebruiken!
NL 15