NL
en het rendement van het elektriciteitsnet overeenkomen met de waarden op het gegevens-
plaatje van het toestel. De stekker moet in het stopcontact passen. Het is verboden om de
stekker of het stopcontact op enigerlei wijze te wijzigen om het in elkaar te laten passen. Het
toestel moet rechtstreeks aangesloten zijn op een enkel stopcontact. Het is verboden om ge-
bruik te maken van verlengsnoeren, splitters of dubbele stopcontacten. Het netcircuit moet
voorzien zijn van een 16 A-bescherming. Vermijd contact tussen het netsnoer en scherpe
randen en hete voorwerpen en oppervlakken. Tijdens de werking van het gereedschap moet
de kabel altijd volledig uitgerold zijn en zo geplaatst zijn dat deze geen hinder veroorzaakt
bij de bediening van het gereedschap. De kabel mag geen struikelgevaar veroorzaken. Het
stopcontact moet zich op zo een plek bevinden dat het altijd mogelijk is om snel de stekker
van de voedingskabel van het toestel eruit te trekken. Pak tijdens het trekken van de stekker
uit het stopcontact altijd de stekkerbehuizing vast en trek nooit aan het snoer. Indien de voe-
dingskabel of stekker beschadigd is deze direct van de stroom halen en contact opnemen
met een geautoriseerde service om vervanging te regelen. Het product nooit gebruiken met
beschadigde voedingskabel of stekker. De voedingskabel of stekker mogen in geval van
schade niet worden gerepareerd maar moeten altijd worden vervangen door nieuwe scha-
devrije exemplaren.
WAARSCHUWING! De metalen onderdelen van het gereedschap kunnen tijdens het ge-
bruik en direct na gebruik heet zijn. Raak deze niet aan, aangezien dit kan leiden tot ernstige
brandwonden. Laat de elementen van het toestel afkoelen. Als het nodig is om deze voor-
werpen te verplaatsen voordat ze afkoelen, gebruik dan handschoenen die bescherming
bieden tegen de eff ecten van hitte. Zorg dat de vloer in de buurt van het gebruik van het
toestel niet glad is. Zo wordt uitglijden, met ernstig letsel tot gevolg, voorkomen. Blokkeer of
beperk de luchtinlaatopeningen nooit. Richt de hete luchtstroom nooit op mensen of dieren.
Controleer de blaastemperatuur niet door de luchtstroom naar een deel van het lichaam te
leiden. Gebruik het gereedschap nooit als föhn. Gebruik het gereedschap niet in de badka-
mer of in de buurt van water. Raak het uiteinde van de sproeimond of van de stift niet aan,
omdat dit brandwonden kan veroorzaken. Laat het gereedschap na gebruik afkoelen voor-
dat u het opbergt. Het automatische koelingsproces van de machinecomponenten op geen
enkele wijze versnellen.
TOESTELBEDIENING
Installatie van de uitrustingselementen
LET OP! Accessoires mogen alleen worden geïnstalleerd als de stroomtoevoer wordt onderbroken. Trek de stekker van de ge-
reedschapskabel uit het stopcontact!
Voordat u het toestel monteert en demonteert, moet u zich ervan vergewissen dat alle onderdelen zijn afgekoeld.
Zorg ervoor dat de schakelaar van het soldeerstation in de uit-stand staat – O.
Steek de stekker van de soldeerkabel in het stopcontact aan de voorzijde van de behuizing van het soldeerstation. De vorm van
de stekker is zodanig dat deze slechts op één correcte manier kan worden aangesloten. Bevestig de verbinding door de metalen
ring van de stekker vast te schroeven op de schroefdraden rond het stopcontact in de behuizing van het soldeerstation.
Plaats de soldeerbout in de houder met het mondstuk naar boven (II).
Als het nodig is om een mond op het mondstuk van de soldeerbout te installeren, plaatst u de mond op het mondstuk en draait u
de schroef aan om deze te bevestigen (III). Draai de schroef niet te strak aan om beschadiging van de onderdelen te voorkomen.
Sluit de voedingskabel aan op het stopcontact aan de achterkant van de behuizing. De vorm van de stekker is zodanig dat deze
slechts op één correcte manier kan worden aangesloten.
Plaats het station op de werkplek, bijvoorbeeld op een tafel, op een zodanige wijze dat een gemakkelijke toegang tot de bedie-
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
49