1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
3. Selecteer Handleiding.
4. De gemeten hellingsgraad van de kalibratie wordt weergegeven in mV/pH. Gebruik de
pijltjestoetsen om de waarde aan te passen en druk vervolgens op OK.
5. De offset van de kalibratie wordt weergegeven in mV. Gebruik de pijltjestoetsen om de waarde
aan te passen en druk vervolgens op OK.
Opmerking: Om de mV-waarde te berekenen wordt de vereiste offsetwaarde van de pH vermenigvuldigd met
de waarde van de hellingsgraad.
6. Bekijk de kalibratieresultaten:
• "Kalibratie:geslaagd"—De sensor is gekalibreerd en klaar om monsters te meten. De helling
en/of offsetwaarden worden weergegeven.
• "Kalibratie mislukt."—De kalibratiehelling of -offset bevindt zich buiten de toegestane limieten.
7. Druk op OK.
8. Laat de sensor het proces weer voorzetten en druk op OK.
Het uitgangssignaal keert terug naar de actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt
weergegeven op het meetscherm.
4.3.7 Afsluiten van de kalibratieprocedure
1. Druk op het terugpictogram om een kalibratie af te sluiten.
2. Selecteer een optie en druk OK.
Optie
Kalibratie afsluiten
Keer terug naar kalibratie Terugkeren naar de kalibratie.
Kalibratie verlaten
4.3.8 Kalibratie resetten
De kalibratie kan worden teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen. Alle sensorinformatie is
weg.
1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
3. Selecteer Kalibratie resetten naar standaardwaarden en druk vervolgens op OK.
4. Druk nogmaalsOK.
4.4 Impedantiemetingen (alleen pH-sensoren met glazen elektrode)
Om de betrouwbaarheid van het pH-meetsysteem te verhogen, bepaalt de controller de impedantie
van de glaselektroden. Deze meting wordt elke minuut uitgevoerd. Tijdens de diagnose zal de pH-
meetwaarde vijf seconden gedeactiveerd zijn. Als er een storingsmelding verschijnt, zie
op pagina 143 voor meer details.
Sensorimpedantiemeting activeren of deactiveren:
1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer het apparaat en selecteer het Apparaatmenu > Diagnose/test.
140 Nederlands
Beschrijving
Stop de kalibratie. Een nieuwe kalibratie moet vanaf het begin starten.
Verlaat de kalibratie tijdelijk. De toegang tot andere menu's is toegestaan. Een
kalibratie voor een tweede sensor (indien aanwezig) kan worden gestart.
Foutenlijst