Batterijaansluiting
De batterij heeft koperen buizen met
aluminium vinnen en is geschikt voor
aansluiting op een gesloten waterverwarming.
De batterij mag niet worden aangesloten op
een hoofdwaterleiding of open watersysteem.
De waterleidingen worden aangesloten op
de terminals met DN20 (3/4"), binnendraad
aan de achterzijde van de unit. Gebruik een
sleutel o.i.d. om de luchtgordijnaansluitingen
tegen te houden om vervorming van de buizen
en daardoor waterlekkage bij de aansluiting
op de watertoevoer te voorkomen.
De aansluitingen naar de batterij moeten
worden voorzien van afsluitventielen voor
een probleemloze verwijdering. Ook moet op
het hoogste punt van de leidingen die de unit
van water voorzien een ontluchtingsventiel
geplaatst worden. De installatie moet door
een gekwalificeerde installateur worden
uitgevoerd.
Aanpassing van het luchtgordijn en de
luchtstroom
De richting en snelheid van de luchtstroom
moeten op basis van de belasting op de
opening worden afgesteld. Drukkrachten
beïnvloeden de luchtstroom en zorgen dat
deze naar binnen in het pand buigt (als het
pand verwarmd en de buitenlucht koud is).
De luchtstroom moet daarom naar buiten
worden gericht om de belasting te weerstaan.
Circa 15° is een geschikte hoek . In het
algemeen geldt: hoe hoger de belasting, hoe
groter de benodigde hoek.
Basisinstelling ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid wordt ingesteld met
behulp van de snelheidsknop. Let op dat
de richting en snelheid van de luchtstroom
eventueel nog verder moet worden aangepast,
afhankelijk van de belasting van de deur.
Filter
De vinafstand van de batterij in combinatie
met de openingsdiameter van het
inlaatrooster beschermt tegen vuil en
verstopping en maakt een afzonderlijk filter
onnodig.
AGV 4000 W
Service, reparatie en onderhoud
Voor alle service, reparatie en onderhoud
dient eerst het onderstaande te worden
opgevolgd:
1. Ontkoppel de voeding.
2. Het serviceluik wordt geopend door eerst
het inlaatrooster te openen en dan de
schroeven aan de zijkant van de unit los te
draaien, zoals aangegeven op pagina 3.
Onderhoud
Aangezien de ventilatormotoren en overige
componenten onderhoudsvrij zijn, is er
geen onderhoud noodzakelijk behalve
schoonmaken. Dit kan afhankelijk zijn van
de omstandigheden ter plaatse. Maak in ieder
geval minimaal twee keer per jaar schoon.
Rooster, waaier en elementen kunnen worden
gestofzuigd of met een vochtige doek worden
afgenomen. Vermijd het gebruik van sterk
basische of zure schoonmaakmiddelen .
Oververhitting
Alle motoren zijn voorzien van een integrale
thermische veiligheidsschakelaar. Als de
motortemperatuur te hoog wordt, stopt deze
het luchtgordijn. De veiligheidsschakelaar
reset automatisch als de motortemperatuur
weer binnen de werkingsgrenzen van de
motor ligt.
Vervanging van de ventilator
1. Stel vast welke ventilator niet werkt .
2. Ontkoppel de kabels naar de betrokken
ventilator .
3. Verwijder de schroeven waarmee de
ventilator is bevestigd en til de ventilator
uit de unit.
4. Plaats de nieuwe ventilator in omgekeerde
volgorde als boven .
Vervangen van de batterij
1. Sluit de watertoevoer naar de unit af.
2. Ontkoppel de aansluitingen voor de batterij.
3. Verwijder de bevestigingsschroeven van de
batterij in de unit en til de batterij eruit.
4. Plaats de nieuwe batterij in omgekeerde
volgorde als boven.
NL
59