den gebruikt.
•
De gebruiker is gehouden steeds in
overeenstemming met de handleiding te werk
te gaan.
•
De kabeltabel is niet voorzien voor permanent
gebruik. De bedrijfsmodus is: intermitterende
modus zonder invloed van de aanloopproce-
dure.
•
Het nominale vermogen van de machine va-
rieert niet met de positie van de belasting.
5.1 Uitpakken
Gelieve na het openen van de verpakking het
frame, de staaldraadkabel, de haak en het elek-
trische controlemechanisme op mogelijke trans-
portschade te controleren.
5.2 Montage (fi g. 5)
De kabeltakel is uitgerust met 2 bevestigings-
beugels (1) waarmee hij op een vierkante buis
moet worden vastgemaakt. De afmetingen van de
draagarm dienen overeen te komen met de groot-
te van de bevestigingsbeugels (1) en hij moet
de dubbele nominale last kunnen dragen. Wij
bevelen u aan om een gekwalifi ceerde technicus
te contacteren.
Alle schroeven en bouten moeten naar behoren
aangehaald zijn. Vóór de inbedrijfstelling moet
een gekwalifi ceerde technicus de verankering van
de draagarm controleren.
5.3 Takelfunctie (fi g. 6-9)
De kabeltakel is voorzien van een keerrol (15) en
een extra haak (16). Bij correct gebruik kan de
kabeltakel de dubbele last hijsen.
Monteer de keerrol (15) en de extra haak (16)
zoals voorgesteld in fi g. 6-8. De vast gemonteerde
haak (8) moet in het bevestigingsgat (2) worden
vastgehaakt (fi g. 9).
De last wordt dan gehesen m.b.v. twee staald-
raadkabels; de kabeltakel kan op die manier de
dubbele last hijsen.
6. Bediening
Gevaar!
6.1 Aanwijzingen omtrent het werken met de
kabeltakel
1. Verwijder het plakband van de trommel (3)
voordat u de takel voor het eerst in gebruik
neemt.
2. De waarde van de A-beoordeelde geluid-
semissie aan de positie van de bediener is
Anl_TC_EH_250_SPK2.indb 31
Anl_TC_EH_250_SPK2.indb 31
NL
lager dan 75dB (geluidsdrukniveau L
geluids- en trilwaarden werden vastgesteld
volgens EN ISO 11201.
3. Voedingsspanning: 230V ± 10%, 50Hz ± 1%.
4. De kabeltakel dient bij omgevingstempera-
turen tussen 0° C en 40° C en bij een lucht-
vochtigheid van minder dan 86% te worden
gebruikt. Hoogte boven zeespiegel: max.
1.000 m
5. Voor het transport en de opslag mag de tem-
peratuur tussen -25° C en 55° C bedragen.
De maximaal toelaatbare temperatuur mag
niet meer dan 70° C bedragen.
6. De gebruiker dient de last met een zo laag
mogelijke snelheid van de grond te hijsen. De
draadkabel moet strak zijn als de last wordt
gehesen.
7. De motor (14) van de kabeltakel is uitgerust
met een thermostaatschakelaar. Tijdens
de werking van de kabeltakel zou het dus
kunnen dat de motor (14) stopt; de motor zal
vanzelf herstarten zodra hij afgekoeld is.
8. De elektrische kabeltakel is niet voorzien van
een nominale vermogensbegrenzer. Daarom
zeker niet verder proberen de last te hijsen
als de beveiliging tegen oververhitting de wer-
king van de machine begrenst. De last over-
schrijdt in dit geval het nominale vermogen
van de kabeltakel.
9. Laat geen zwevende lasten zonder toezicht
zonder overeenkomstige veiligheidsmaatre-
gelen te hebben genomen.
10. Beveilig het apparaat door een 10 A zekering
of door een 10 mA aardlekschakelaar om de
stroomkring te beschermen.
11. Gebruik de hendels (4/5) niet als normale
stopzetinrichting. Zij dienen slechts als sto-
pinrichting in geval van nood.
12. Voordat u begint dient u er zich van te verge-
wissen dat de draadkabel (6) correct rond de
trommel (3) is gewikkeld en dat de afstand
tussen de windingen kleiner is dan de draad-
kabel (fi g. 3)
13. Zorg ervoor dat de lading naar behoren aan
de haak (8) of bij gebruik als katrol aan de
extra haak (16) veilig is vastgemaakt en hou
steeds afstand tot de last en de staaldraadka-
bel (6).
6.2 Gebruik (fi g. 11)
•
Controleer of de noodstopschakelaar (9) is
ingedrukt. Draai de rode stopschakelaar met
de wijzers van de klok mee om hem te ont-
grendelen.
•
Druk op de drukknop ▲ (10) om de last te
- 31 -
). De
pA
18.06.2020 14:23:53
18.06.2020 14:23:53