Label
De naam van het product kan worden gecontroleerd op het
identificatietabel in de afbeelding hieronder:
Productspecifieke instructies
Installatie
Algemene veiligheidsregels m.b.t. Installatie
• De netspanning moet gelijk zijn aan de spanning die op
het typeplaatje van de oplader wordt vermeld.
Bediening
Algemene veiligheidsregels m.b.t. gebruik
• Laad geen beschadigde batterijen op. Controleer de
oplader, het netsnoer en de batterij voor elk gebruik op
schade. Gebruik geen beschadigde apparaten en laat
beschadigde onderdelen uitsluitend door een expert repar-
eren. Controleer verlengsnoeren regelmatig en vervang ze
indien ze beschadigd zijn.
• Dit apparaat dient niet te worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke
of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun vei-
ligheid.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden, om te
voorkomen dat ze spelen met het apparaat.
• Bewaar de oplader op een droge plaats en houd deze te
allen tijde droog. Gebruik de oplader niet als deze vuil of
nat is.
• Bedien de oplader niet in de buurt van een explosieve
omgeving, bijvoorbeeld in de buurt van een gastanksta-
tion.
• Wij raden gebruikers aan de oplader te gebruiken in een
beschermde en beveiligde ruimte die hiervoor is afgebak-
end.
• Zorg dat er tijdens het opladen niemand in de buurt van
de batterij komt.
• Bescherm het netsnoer tegen hitte, scherpe randen, olie
en bewegende delen.
03/2023
• Gebruik geen verlengsnoeren met meerdere stopcontacten
voor gelijktijdig gebruik van meerdere apparaten.
• Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het nets-
noer te trekken.
• Bedek de oplader niet en houd de ventilatieopeningen van
de oplader open.
• Voorkomen dat de batterijen op de vloer vallen door er-
voor te zorgen dat de oplader op een stabiele ondergrond
staat tijdens het opladen.
• Metalen onderdelen mogen niet in contact komen met
batterijhouders; kortsluitingsgevaar
• Plaats alleen droge en schone batterijen in de batteri-
jhouder van de oplader.
• Indien op de batterij een beschermkap wordt gebruikt,
verwijder deze kap dan en controleer de batterij op
schade alvorens deze op te laden.
• Gebruik de oplader uitsluitend voor het opladen van li-
ionbatterijen van Desoutter, zie "Gebruik zoals bedoeld".
• Laad niet-oplaadbare batterijen niet op (primaire batterij-
cellen); explosiegevaar.
• Als u geluid of overmatige warmte van een batterij
waarneemt:
1.
Verwijder de stekker van de oplader uit het stopcon-
tact, indien de batterij wordt opgeladen. Verwijder de
batterij niet.
2.
Blijf uit de buurt van de batterij.
3.
Laat de batterij 12 uur met rust.
4.
Neem contact op met uw Desoutter-vertegenwoordi-
ger.
Bediening van de oplader
De QA-CHARGER is ontwikkeld voor een netspanning/
frequentie tussen 100-240 V en 50/60 Hz.
1.
Sluit de oplader aan op het stroomnet. Wanneer de
oplader wordt aangesloten op het stroomnet, gaat het
aan/uit-lampje groen branden.
2.
Plaats de li-ionbatterij in de oplader. Het opladen begint
automatisch zodra de batterij wordt geplaatst. De
oplaadtijd is afhankelijk van de ladingstoestand van de
li-ionbatterij.
Service en onderhoud
Algemene veiligheidsregels m.b.t. service en
onderhoud
WAARSCHUWING Elektrisch gevaar
Koppel de oplader tijdens service af van de stroombron
om elektrische schokken te voorkomen.
De stekker moet zodanig zijn verwijderd dat de ge-
►
bruiker van elk punt waarop deze toegang heeft kan
zien dat de stekker is verwijderd.
• Maak de oplader niet open. Reparaties dienen alleen te
worden uitgevoerd door erkende servicetechnici.
27 / 108
Safety Information
6159990130 / v.04